Werkpaarden en luxepaarden
Vroeger, lang geleden, gingen we iedere zondag op bezoek bij mijn oma. Zij was een wijze vrouw, en regelmatig kwam ze met leerzame oud-Hollandse uitspraken. Bijvoorbeeld: ‘Als je voor een dubbeltje geboren bent, word je nooit een kwartje.’ Of: ‘Het werk gaat vóór het meisje.’ Maar ze had één duidelijke favoriet, een die ze iedere zondag inzette: ‘Je hebt werkpaarden en luxepaarden.’ En dan keek ze veelbetekenend naar mij.
Jaren heb ik geprobeerd de diepere lagen van die spreuk te doorgronden. Toen ik nog een puber was, dacht ik dat het erom ging zo snel mogelijk van A naar B te komen. Maar eenmaal volwassen kwam ik tot het inzicht dat je ook bij B kunt beginnen. Echter, deze interpretaties doen oma onrecht – en dat realiseerde ik me pas afgelopen zaterdag. Want tijdens de wedstrijd LSG 2 – Santpoort bleek haar wijze les nog steeds actueel.
Neem deze stelling uit de partij Peter Passenier – Peter de Roode:
Kijk eens naar mijn twee Paarden. Oké, dat op h2 doet nog niet echt mee, maar Pd5 is mijn pronkstuk. Een echte power-Paard. En het mooie is, als zwart het ooit afruilt, krijg ik een gedekte vrijpion. Kortom, dit is een Paard dat werkt.
Behalve dan… dat dit niet waar is. Dat Paard op h2 vervult een nuttige functie. Zoals bekend uit het Konings Indisch, streeft zwart hier naar de opmars g5-g4. Ik heb die voorlopig verhinderd met de zet h3 – maar daarmee heb ik de inzet verhoogd. Want als g4 tóch komt, is het dubbel zo sterk – door de verzwakking h3. Vandaar het belang van dat h2-Paard. Het is niet mooi, maar het verricht noeste arbeid: g4 stoppen. Het is een werkpaard.
En dat op d5? Dat ziet er inderdaad prachtig uit – maar het doet heel weinig. Ik kan er niets mee aanvallen en het verdedigt ook niet mee. Het is een soort Anky-van-Grunsven-dressuurpaard dat zonder poepen een parcours uithuppelt, maar niets nuttigs bijdraagt aan de maatschappij. Het trekt geen ploegen, het vervoert geen koetsen, en het wordt zelfs niet na de slacht illegaal verkocht als peperdure runderbiefstuk. Het is een lui luxepaard.
Potentieel
Natuurlijk heeft dat Paard wel potentieel. Mijn plan luidde als volgt: ik zet al mijn zware stukken de b-lijn en lok b7-b6 uit. Vervolgens speel ik Ld2, gevolgd door a3-a4-a5. Als zwart dan op b6 laat slaan, heeft mijn Paard iets om in te bijten. En als zwart zelf slaat op a5, komt de b-lijn open en worden mijn torens actief op de 7de of 8ste rij. Ook dan doet Pd5 lekker mee.
Maar er is een probleem. De hele partij weigerde Peter b6 te spelen. Hij dekte alles gewoon met zijn Dame en zijn Torens, en hield zijn pion op b7. Daar kon mijn Paard niet veel tegen uitrichten.
En het wordt nog vervelender: dat Paard op d4 doet wél wat. Want stel dat zwart de opmars g5-g4 weet te realiseren, en stel dat wit dan een keer op g4 slaat met zijn f-pion. Dan komt f4-f3 – ondersteund door dat Paard. En om het nog erger te maken: kijk naar dat Paard op g6. Dat kan helpen met het realiseren van g5-g4, en wel met de Koningsindische manoeuvre Pg6-h8-f7-h6. Bovendien springt het in sommige varianten naar h4.
Paarden op d4 en h4 – dat leek me te gevaarlijk. Vandaar dat ik mijn Loper omspeelde naar f2. Dan kan ik op ieder moment een van de twee eraf slaan. Een paar zetten later stond het zo:
Hier begreep ik dat het hard werken zou worden. Voor mijn paarden, maar vooral voor mij. Zwart heeft alle tijd om zijn stukken goed neer te zetten en wit heeft geen plan. Het enige dat ik kon bedenken, was 24. Ld4:. Dat elimineert in ieder geval zwarts sterke Paard, maar er is een bezwaar. Na 24… ed4:! (in plaats van het door Peter gespeelde 24… cd4:)…
… had ik mijn hoop gevestigd op het pionoffer 25. e5. Echter, zwart haalt die pion inderdaad gemakkelijk op met Te6 en Pg6 – en de compensatie blijkt buitengewoon wazig. Oké, misschien kan ik Ph2 omspelen naar e4, maar dat kost veel tijd. En bovendien: daar staat het waarschijnlijk net zo nutteloos mooi te zijn als Pd5.
Echter, het alternatief leek me nog erger. Want na 24…, ed4:! is mijn paardenprobleem groter dan ooit. Mijn Pd5 hapt nog steeds in de lucht, maar zwarts Ph8 heeft wél toekomst. Binnen een zet of 7 staat het waarschijnlijk ongeveer zo:
Ook mijn oma had Pe5 in deze stelling herkend als werkpaard. Niet alleen bindt het wit aan d3, maar nog belangrijker: het ondersteunt de opmars g5-g4. Bovendien biedt het dezelfde bonus als het Paard op d4. Als wit (na g5-g4) ooit kiest voor f3xg4:, is f4-f3 een interessante optie, door dat Paard op e5.
Oké, dit ligt nogal voor de hand. Bij de na-analyse hebben we niet eens naar dit soort stellingen gekeken, en nog steeds lijkt het me geweldig voor zwart. Hij speelt een keer Kh8, gevolgd door Lf8, Tg7 en Tdf7, en wat doe ik dan nog tegen g5-g4? Laat me zo’n stelling 10 keer spelen tegen mezelf, en zwart haalt een vette plusscore.
Maar je voelt hem al komen: de computer ziet het heel anders. Sterker nog, volgens hem staat wit een fractie beter. Niet dat hij nou echt met een plan komt. Hij weet steeds heel slim g5-g4 te verhinderen, en komt vervolgens met manoeuvres als Db3-d1-f1-b1-d1-e1-(waarschijnlijk omdat hij dat veld nog niet heeft gehad)-b1-d1-b3. En al die tijd houdt wit dat onzichtbare voordeeltje van 0.20 vast. Een soort lui-Paard-bonus.
Sociale zekerheid
Blijf bij me, want nu wordt dit stukje maatschappelijk relevant. Dit zou wel eens gevolgen kunnen hebben voor ons socialezekerheidsstelsel. Stel, jij bent lui. Sterker, je bent de grootste Oblomov van Europa. In oma’s tijd kwam je daar niet mee weg, maar in de toekomst… Wat als je kritische contactpersoon bij de Sociale Dienst wordt vervangen door een Fritz-achtig algoritme? En wat als dat jou net zo welwillend dooranalyseert als mijn Paard op d5? Dan wordt je uitkering automatisch verhoogd iedere keer als je verstek laat gaan bij het maandelijkse evaluatiegesprek. En het wordt nog mooier: door een puike eindloonregeling scoor je uiteindelijk een hoger pensioen dan alle werkpaarden in je netwerk. Terwijl die tot hun 78ste moeten doorploeteren.
Zou oma dát soms hebben bedoeld…?
Een geheel nieuwe kijk op werkpaarden en luxepaarden . Geniaal!
Weer mooi verslag! Bedankt Peter.