Weer geen 8-0 overwinning
Teamleider zijn betekent niet automatisch dat je ook altijd het verslag moet maken. Dat kun je ook prima aan een van de spelers overlaten. En dus vroeg Jan vlak voor de wedstrijd tegen Alphen of iemand na afloop iets wilde schrijven. Het bleef angstig stil. In LSG 1, zei Mark, geven we die taak aan de eerste die remise speelt. Dat lijkt verdacht veel op een Sofia rule (niet voor zet 30 remise aanbieden) en is waarschijnlijk vooral heilzaam voor onze wedstrijdleider extern.
In ons team zitten alleen maar houwdegens, getuige de monsteroverwinning in de vorige ronde tegen De Zwarte Pion. Nu denkt u, dat is ook wel een erg zwak team en zal zeker degraderen. Nou, daar denken ze in Leiderdorp toch heel anders over; nadat Leiderdorp van LSG A had gewonnen, werden ze in Lisse op een smadelijke 6,5-1,5 getrakteerd! Kortom, het is nog maar de vraag of iemand remise speelt, laat staan snel. En dus bood ik aan om het verslag te maken.
Kort voor aanvang hadden Alex en Jeroen van bord geruild. Zo blijft er weinig over van een teamleider. Geen verslag en ook geen opstelling… Jeroen wilde graag wat hoger en Alex dacht zo als eerste klaar te zijn, was de uitleg van de laatste. Volgens mij was het een slinkse manier om nog een keer wit te krijgen. Het toeval (of is het de kracht van deze jonge spelers?) wilde dat zij vrijwel gelijktijdig klaar waren. Alex won in de opening een pion, wikkelde af en won eenvoudig in het eindspel. Jeroen strafte een foutje in een c3-Siciliaan hardhandig af. Zo stonden we al snel op een comfortabele 2-0.
Mark werd na 1.d4 c5 2.d5 Pf6 3.c4 geconfronteerd met Pe4, een huisvariantje dat Van Gils al vele jaren speelt. Tja, dat zie je in de Meesterklasse niet. En dus was Mark al snel op eigen kracht aangewezen. In de praktijk bleek die kracht ruim voldoende: 3-0.
Ik heb weinig van de partij van Linda gezien. Zelf gaf ze aan dat haar tegenstander een pion offerde voor een gevaarlijk initiatief. Door stug verdedigen en onnauwkeurigheden van haar tegenstander ontstond de volgende stelling.
Tja zo’n kans moet je haar niet geven. Inmiddels begon ik mij een beetje zorgen te maken. Ik voelde mij al wat schuldig dat ik geen deel had uitgemaakt van de 8-0 in de vorige ronde. En nu stond het al 4-0 en was ik aan het zwoegen in een gelijk eindspel. Nog tijdens de partij gingen er allerlei gedachten door mijn hoofd. Was ik ooit wel eens betrokken geweest bij een 8-0 overwinning? Ik kon het mij niet herinneren.
Ik was er weleens dichtbij geweest. Vorig seizoen wonnen we met het 2e met 7,5-0,5 van DSC 2. Een geweldige prestatie die het begin zou vormen voor een indrukwekkende reeks zeges van ons en een dramatisch seizoen voor onze tegenstanders. 7,5-0,5! Maar de eerlijkheid gebied te zeggen dat ik degene was die remise speelde.
Ik herinnerde mij ook een 7-1 overwinning. Dat was al heel lang geleden. Happige Harmpje was nog voorzitter en ook teamleider van het tweede. Wie onze tegenstander was, weet ik niet meer. Zelfs niet of we uit of thuis speelden. Wat ik me nog wel herinner is dat mijn tegenstander er niet was. Uiteindelijk ging hun non-playing captain maar achter het bord zitten, met ruim een half uur minder op de klok. Ik hoef u niet uit te leggen wie er voor het ene bordpunt zorgde. Ik heb het nog lang moeten horen. In die tijd ging men nog heel anders om met tere kinderzieltjes.
Gelukkig was Folkert klaar. Dick Roosa had de Alphense eer gered en er viel een last van mijn schouders. Geen 8-0, maar het was in ieder geval niet mijn schuld.
Toch wel jammer dat Folkert had verloren. Achteraf dacht Folkert dat hij eerder tegenspel had moeten zoeken; nu kwam zijn tegenstander net eerder en werd hij mat gezet. (5-1) Op dat moment waren Jan en Albert nog bezig. Jan voelde zich wat ongemakkelijk met de zware witte stukken die dreigend op zijn koning af kwamen en besloot (tijdelijk) een pion te geven. Achteraf niet nodig en ook niet goed. Toen zijn tegenstander niet profiteerde, kreeg Jan opeens een geweldige kans in het eindspel, maar na een onnauwkeurigheid kreeg wit de kans om zijn koning te bevrijden en werd het alsnog remise. Het is maar goed dat we de regel van het eerste niet hebben overgenomen. Dan had onze teamleider alsnog het verslag moeten schrijven.
Albert was als laatste klaar. Zoals wel vaker speelde hij een wilde partij met wisselende kansen. Deze keer bleek zijn tegenstander net even scherper (of gelukkiger). Zoals zo vaak in zo’n partij had het ook heel anders kunnen lopen.
Uiteindelijk een terechte overwinning die zelfs nog wat groter had kunnen uitvallen. Al heeft de 8-0 er nooit in gezeten. We gaan wel als trotse koploper de winterstop in.
@Mark: 1.d4 Pf6 2. c4 c5 3. d5 Pe4 werd in de jaren ’80 van Stefan Buecker gepropageert. Hij schreef er een heel boek over, `Der Geier’ (1986), dat zelfs in het Engels verscheen. Je zag deze lijn in die dagen in Duitsland met enige regelmaat.
Als je een klein beetje Duits kan lezen:
https://de.wikipedia.org/wiki/Geier_(Schach)
Ik denk dat Buecker van 5..f5 niet under de indruk zou zijn geweest.