Verslag ronde 3 intern

De uitslagen en stand waren al bijgewerkt maar het verslag ontbrak nog. En daar massa’s GM’s met hun Houdini’s, Stockvissen en Rybka’s klaar zitten om de schaaktechnische beschouwingen van onze interne strijd tot zich te nemen, kunnen we het niet maken hen telleur te stellen. Neem alleen al het frisse openingsspel van Rudy van Wessel met zwart tegen Robin Schenkelaars of het penningengeweld van Michiel Zeevaarder tegen Paul Dowit. Het gaat nog lang duren voordat ooit nog iemand 1. e4 durft te spelen.

Ronde 3 kende ook een heuse toeschouwer. Schaken staat niet echt bekend als kijkerssport. In de statistieken leggen wij het net af tegen voetbal. Het staat 34.478 tegen 3 in aanwezigheid bij wedstrijden. Op televisie/internet is het verschil nog iets groter. Naar een voetbal WK finale keken 3.229.421.119 mensen, naar de WK schaakfinale circa 578.273 waarvan 921 in de zaal en de rest via internet. U begrijpt, we hebben nog een lange weg te gaan. Daarom waren we zo blij met de toeschouwer afgelopen dinsdag! Je moet ergens beginnen. Bijvoorbeeld met het plaatsen van toeschouwerbankjes tussen de speeltafels, want ik moet toegeven, er zijn maar weinig sporten waar je als toeschouwer ook nog eens je eigen voorzieningen moet plaatsen. De toeschouwer was getuige van de wedstrijd tussen Julius Visser en Chris de Weert. Hij zag Chris een kwaliteit offeren in ruil voor een ver opgerukte vrijpion die ondersteund werd door een loper en een toren. Door een toren op te geven kon de pion gestopt worden, maar u als toeschouwer in dit verslag en de toeschouwer ter plaatste weten dan gelijk dat wit een stuk minder over houdt. De Weert won.

Ik heb Justin Senders vorig jaar wel eens gewonnen zien staan tegen Raoul van Ketel terwijl de uitslag uiteindelijk toch in het voordeel was van laatstgenoemde. Ditmaal leek het alsof Van Ketel aan de prettige zijde van het voordeel verkeerde, maar stond het puntje achter de naam van Senders. Zo zie je maar dat in jeugdpartijen er echt van alles kan gebeuren.

De indelingen van rondes 2 t/m 4 kunnen nog wel eens paringen opleveren met krachtsverschil. In deze ronde moest Verheijen het met zwart opnemen tegen Pijpers. Tussen hen in zitten circa 800 ratingpunten en een kleine 40.000 schakers op de ratinglijst. Toch is het mooi aan de interne van LSG dat zo’n duel kan plaatsvinden. Het zal niet verrassen dat Pijpers het punt binnen haalde. Al snel domineerde hij in het centrum en waren de lopers erg gevaarlijk.

Arthur Belle stopte het beest Wim Zwinkels. In schaken is dat geen onbekend fenomeen. Je pakt twee punten tegen tegenstanders waar je dat niet verwacht en gaat er gewoon keihard af tegen een tegenstander waar je wellicht op papier kansen tegen zou hebben. Tot slot de partij Serdijn – Van Oosterom. Dat was een bijzondere. Serdijn won rond zet 20 een vol stuk tegen 2 pionnen. Echter, Van Oosterom had 2 actieve lopers en zijn pionnen leken wind mee te hebben. Als neutrale toeschouwer (die er overigens niet was bij deze partij) zou je vrij snel de conclusie trekken dat ‘het wel ergens wint voor wit’. Maar makkelijk was het niet. Mogelijk had Serdijn ergens een eindspel kunnen bereiken met paard en loper tegen de zwarte koning. Dat is een eindspelsituatie waar alleen mensen op trainen die niks beter te doen hebben in het leven. Petje af voor Van Oosterom die zijn huid duur verkocht (12 miljoen euro op marktplaats), want de partij eindigde in remise, de mooiste van de avond!