Verslag Boven IJ – LSG 3 (4,5-3,5)
Q, keertje team captain spelen? Is leuk man. Moet je doen. LSG 3, leuk team, doe je ook eens wat voor LSG. Ja, ok. Als je het zo brengt…
3 rondes verder hebben we nog geen wedstrijd voltallig acte de presence gegeven, heb ik pas 1 speler onder zware psychologische druk zover gekregen een verslag te schrijven en heeft de stress rondom het regelen van invallers, opstellingen, bondsnummers, contactgegevens, vooruitspeelverzoeken, koude speelhallen en 15 andere zaken mij evenzoveel ratingpunten gekost. Tja, als je het belang van al deze randzaken begrijpt, dan valt het belang van dat ene partijtje toch wel in het niet.
Enfin, Boven IJ, ronde drie, laat zien wat je als teamleider inmiddels geleerd hebt.
Mijn partij doet er dus niet toe, omdat ik toch afgeleid ben. Ik ga dus tegen de sterkste tegenstander. 2258 is ook maar een getal, net zoals krap 1500 een getal is. Maar bij Boven IJ schaakt nóg een 2200+er. Omdat ik er al stelselmatig op gewezen wordt dat ik sommige spelers te hoog indeel en anderen toch ook echt beter onderin tot hun recht komen nu dus de vraag wie ik nog meer voor de leeuwen gooi. Ernst deed immers niet mee. OK, Wubben dan maar. Die versla je toch niet zo makkelijk? Oh, en die zeikt ook niet als hij zijn verantwoordelijkheid moet nemen. 2 borden bezet, gaat goed.
In de eerste ronde maakte ik de geweldige fout een goede, degelijke, taaie, schaker op te stellen tegen een speler met een rating van krap 1500. Dat werd dus remise na een tenenkrommende opening. De betreffende schrijver van het eerste verslag voor straf dus sindsdien hoog ingezet, met geweldig resultaat. De Jeu dus maar weer tegen iemand met 143 ratingpunten meer, voor straf.
Tot nu toe alles logisch. Maar drie invallers indelen is niet logisch. Henk heeft geen voorkeur, die wil gewoon lekker schaken op niveau. OK, niet logisch, maar wel makkelijk. Henk op 4. Martin moet nog een beetje inkomen en speelt liever een paar potjes onderin. Geen probleem, want onderin kunnen we ook punten gebruiken. Martin op 5, met wit, voor het zelfvertrouwen. Dirk speelde tegen Zevenaar een pracht van een partij maar werd uiteindelijk toch nog heldhaftig midden op het bord in een matnet gevangen. Een avontuurlijke speler waarvan ik verwacht dat hij een matige seizoenstart nog ruimschoots gaat goedmaken. Op 6, omdat 7 en 8 eigenlijk al lang waren ingedeeld. Arthur Belle, onder contract bij het 4e, maar vanwege de stakingen bij LSG 3 aan ons uitgehuurd. Op 7 omdat ik daar een 1800 speler verwachte, zoals dat de afgelopen 2 rondes bij Boven IJ gebruikelijk was. Adinda natuurlijk op 8. Omdat Adinda eigenlijk gewoon altijd wint. Wacht even, dat is onlogisch. Maar ja, te laat. Leerpuntje.
We komen ruim op tijd aan, MarcelW en Martin bedankt voor de rit. Ik mag nog geen broodje bestellen, anders wordt het de teamleider van Boven IJ teveel. Er moet eerst nog zoveel gereed worden gemaakt. De spelers van Boven IJ, bijvoorbeeld. Uiteindelijk konden we beginnen.
Ik kreeg de verwachte tegenstander en de opening die ik vooraf nog even kort had bekeken met Albert en Vincent. Op zet 8 week mijn tegenstander af en stond ik beter. Mijn verslag, dus ik stond beter. Mijn tegenstander bevestigde dit met klem door direct 40 minuten alleen maar aan schaken te denken. Ik had daar geen tijd voor dus ik ging maar door de zaal ijsberen. En toen hij zat in diep gedenk, kwam ik aankondigingen van ICT opleidingen en Katy Perry tegen. Bij mijn tweede rondje kwam ik weer Katy Perry tegen. En dat ging zo een tijdje door totdat ik op de andere borden keek. Iets wat een teamleider eigenlijk veel vaker moet doen, kreeg ik ook als leergeld/mosterd na de maaltijd mee. De stellingen van mijn teamgenoten in plaats van Katy Perry, dat is eigenlijk de boodschap. Gelukkig kan ik de steling van een ander altijd onmiddelijk beoordelen. We stonden overal prima. Katy stond ook prima.
Wubben speelde met zwart tegen een doorschuif Frans met Qd2 en 5 andere zetten die niets deden. Ik dacht aan Katy, maar ik zette door.
Tb7 van De Jeu en ik zag Pb5 in de lucht hangen en ik dacht “Dat doet die Marcel J toch wel leuk hoor, dwars door het bos met zwalpse zwenk.” Ik zou die stelling wel winnen, maar ja, 1500 of 2500, het maakt Marcel J allemaal niet zoveel uit, lijkt het soms. Hij begon dapper aan het in stelling brengen van zijn remisemechanismen.
Henk speelde een Gruenfeld! Kom aan mijn hart, o jokkejeugd! Onvermoeibare paardmanoeuvres. Ja, Henk had op zet 20 al 9 keer een paardzet gedaan. Op zet 50 werd het paard eindelijk geslagen maar had het al wel 19 keer gesprongen. Dat paard is belangrijk in de Gruenfeld. Ik memoreer aan De Koevoet die streefde het 0-1 Gruenfeld paard gedekt op c4 te krijgen. 19 zetten en ik hoef u niet te vertellen welk veld Henk’s paard nooit bereikte. Zet 32 was de laatste die ik van Henk meekreeg. Ik waardeerde de stelling toen als 0.00. Houdini vindt hem 0.05. Zo zie je maar hoe sterk die programma’s inmiddels geworden zijn. Dat zelfs uit een 0.00 stelling nog voordeel te halen valt. Henk trapte in het verre eindspel in een truc. Mooie partij, toch versnaggeld.
Martin had een voor mij ongebruikelijk plan zeer degelijk uitgewerkt en stond duidelijk beter. Onze Martin, dan. Hun Martin vond het allemaal wel best. Martin werd getruct en eindigde met een prima eindspel dat hij toch van Martin verloor.
Dirk kon lang stand houden, heb ik mij laten vertellen. Ikzelf vond zijn stelling altijd wel speelbaar en telkens als hij een zet deed constateerde ik dat ik die ook zou hebben gespeeld. Naar het schijnt bedroorden de spiramants slendig in het zwiets.
Arthur kwam goed uit de opening en had optisch en praktisch een ruimteoverwicht. In het middenspel ging kler de kling toen krissekruis. Arthur had nog 3 kansen om Arthur een remise af te dwingen, maar miste die, daarop bracht Arthur het tronie thuis.
Adinda had vrij vandaag. Ze was er wel, maar ze had vrij. Ze had vrij spel, vrije doorgang tot het witte kamp, vrijwel alle velden onder controle, vrije stukken in de doos, vrij. Logisch, hoger bord.
Wubben trok langzamerhand het initiatief naar zich toe en wist zijn tegenstander in tijdnood te trucen! Nota bene! Klasse Marcel.
Oh, en mijn partij was eigenlijk al lang afgelopen. Een soort Maroczy met herkansingsopties, toch lang rokeren en geluk hebben dat de tegenstander geen remise wil. Overigens wil ik Barry bedanken voor de mooie analyses achteraf. Er bleek eigenlijk in elke variant die we achteraf bekeken dat hij een veel sterkere schaker is.
Voor ik de trouwe lezertjes met het cruciale moment uit mijn partij achterlaat wil ik nog even melden dat er bij vertrek broodjes over waren. We haalden 2.5/3 op de eerste 3 borden met gemiddeld 170 ratingpunten minder per bord en hebben niet gewonnen. Ik had dus geen honger meer.
Hier dan, het moment waarop ik mijn gnijpend zwaard ter hand nam:
Tekst: Quirinius van Dorp
Leuk verslag. Zeg, de mokerslag, was dat Dh4? Dat lijkt na…Da5 twee pionnen op de koningsvleugel te winnen. Of is er nog beter?!
O. op Dh4 komt … Da1 en … Dxe5, dan blijf je dat stuk achter.
Wat heeft Q dan gedaan nadat hij zijn gnijpend zwaard ter hand nam?
Lxh7+
een elegante manier om je materiaal terug te krijgen!
We moesten er even op wachten, maar dan is het ook helegaar Wauwelwok! Dat schept Snarkse verwachtingen. Kudos.
Dankjewel GS1111. Fijn dat de rode draak/draad benoemd is.
Olivier/Grootmeester inderdaad was Lxh7+ hier de zet. Na Kh8 (op Kxh7 volgt Qh4+ Kg6 Qg4+ en remise. Dat vond ik een prima resultaat.) exd6 ontweek mijn tegenstander remise (Qa3+ Kb1 Qb4+, wat ik dus ook prima vond) en speelde e5. Daarop volgde natuurlijk Qh4 Qa1+ Kd2 Qd4+ Qxd4 en een eenvoudig gewonnen eindspel voor wit.