SG Amersfoort 4 – LSG 6
LSG 6 wint in Amersfoort!
Zaterdag 11 maart is de dag van het verste team-uitstapje van het lopende KNSB-competitie seizoen: we mogen naar het denksportcentrum waar schaakgenootschap Amersfoort hun clublokaal weet.
Voor Amersfoort zijn we echter niet de vereniging die de langste reis moet maken: het vlaggenschip van Amersfoort – koploper in Klasse 3E – gaat het opnemen tegen het Vierde van Zuid Limburg.
Het is stralend weer, wat tijdens de treinreis via Leiden en Schiphol de schilderijplaatjes langs het spoor, zoals Kagerplassen en Naardermeer helemaal tot hun rechtdoen komen. Met mooie, strakke, blauwe waterpartijen. Dan kun je er weer even tegen in een recht-toe-recht-aan industriegebied, waar het Denksportcentrum er van binnen overigens prachtig uit ziet. Een comfortabel ruime zaal waar de 4 wedstrijden gespeeld kunnen worden. En een ruime analyse ruimte bij de bar. Ook de wc-ruimte wordt regelmatig krapper aangetroffen dan zoals in Denksportcentrum Amersfoort.
Als team zijn we op één na compleet, maar onze tegenstander moet ook nog mensen nabellen. Waardoor er iets later begonnen wordt nadat wedstrijdleider Wiebe de Witte de gebruikelijke openingsspeech afgewerkt heeft om zelf vervolgens mee te spelen in Amersfoort 3.
Van Frank wordt duidelijk dat hij het niet kan vinden. Stuurt een app, maar iedereen heeft zijn toestel dan uitstaan, conform instructies.
Maar hij is er uiteindelijk en dat is het belangrijkste.
Op bord 1 komt er meteen een scherpe partij op het bord, die als eerste klaar is. Niet omdat er gruwelijk de fout in is gegaan, maar juist omdat er nauwelijks fouten gemaakt zijn.
Bord 1 Paul schrijft: “Er komt een Albin-tegengambiet op het bord, waarbij de stelling er na 5 zetten als volgt uit ziet:
Stelling na 5…Lg5
In 2019 heb ik dit systeem tijdens eerste ronde Tata Steel en 8e ronde Amsterdam Science Park tegenover me op het bord gehad. Steeds tegen dezelfde speler van Purmerend.
Het is me dus bekend dat uiterste zorgvuldigheid vereist is. Ik neem in openingsfase behoorlijk de tijd om naar gevoel redelijk zeker van mijn zaak te zijn. Met mijn 6.e3 weet ik dat ik op termijn niet ontkom aan een dubbelpion op de f-lijn. Maar heb dan wel bereikt dat er meer speelruimte is voor mijn lichte stukken en kort daarna ook mijn torens verbonden kunnen geraken. Volgens de trainer is de stelling steeds gebalanceerd als na mijn 13e zet de volgende stelling bereikt is.
Stelling na 13.Tad1.
In het vervolg helpt mijn tegenstander mij uit eigen vrije wil van mijn dubbelpion af en kan ik pionnen op a5 en b5 krijgen.
Stelling na 19.b5.
Ik heb het idee hier op termijn kansen te hebben met mijn pionnen, met ondersteuning van mijn torens. Volgens de trainer is het echter zwart dat hier eerder iets heeft, vanwege een ondersteunende loper op f6.
Gelukkig is mijn tegenstander ook overtuigd van mijn comfortabele positie en speelt 19…Lh3.
Hier ben ik verplicht om de toren op d8 te slaan. Na 20…Txd8 biedt Caspar remise aan. Wat me riskant lijkt om niet aan te nemen. Volgens de trainer is de stelling weer terug gebalanceerd.
Zonder de torens is het voor beide formaties lastig om iets te bereiken met de pionnen op de damevleugel. Hiermee is score geopend en staat het ½ – ½
Na de partij hebben we die nog even bekeken, waarbij wedstrijdleider Wiebe de Witte ook even kwam kijken en het eens was met de balans van de partij.”
Ondertussen heeft Puck de Wit de zwarte koning van haar tegenstander op bord 7 omgelegd. En staan we op ½ – 1½.
De volgende beslissing valt op Bord 2 Frank schrijft: “Mijn tegenstander kwam met een stukoffer op mijn koningsvleugel. Ik nam deze niet aan. Bleek achteraf dat het offer niet correct was en ik vooral spoken had gezien. Ondanks incorrecte offer schaakte mijn tegenstander thematisch en tactisch sterk. Meldde mij geen rating te hebben en pas een half jaar lid van de club te zijn. Schaakte vooral online.
Incorrecte offers zie je vaker online maar nogmaals mijn tegenstander schaakte sterk. ”1½ – 1½
Het staat weer gelijk, maar binnen tien minuten – nog voordat het half vier is – brengt Simon ons op bord 3 op fraaie wijze weer op voorsprong. 1½ – 2½
Stanley knokt op bord 8 voor wat hij waard is. Maakt het zijn tegenstander lastig, maar moet zijn tegenstander na ruim 2½ uur strijd feliciteren. 2½ – 2½
Een spannende strijd, waarbij het genieten is van partijfragmenten die je hier en daar op de borden ziet.
De volgende beslissing valt na ruim 3 uur spelen op sensationele wijze op bord 6.
Bord 6 Walther schrijft: “Ik speelde met zwart en kreeg de Ponziani-opening tegen. Ik had deze opening nog nooit op het bord gehad, speelde het onhandig en kwam al gauw heel erg slecht te staan.
Maar schaken kan een wreed spel zijn. In bovenstaande stelling dacht mijn tegenstander gauw een pionnetje te pakken met 24.e6 Db7 25.Dxg7. Maar na 25…Thg8 26.Dh7 Dxd5 had ik ineens tegenspel. Hij kon mijn loper niet slaan, en waarschijnlijk van de schrik speelde hij de verliezende zet 27. Kh1. Er volgde 27…Txg2, en een paar zetten later gaf hij op, doordat hij zijn dame moest geven om mat te voorkomen.”
Stand is 2½ – 3½
Rob wordt de matchwinnaar door op bord 5 op fraaie wijze de partij naar zich toe te trekken. We komen op 2½ – 4½.
Moritz speelt zoals gebruikelijk een uitwringstrijd, waarbij hij het met zijn stelling net niet kan houden ten tegen zessen zijn tegenstander kan feliciteren, om vervolgens een deel van het team veilig terug in Leiden te brengen. We winnen met 3½ – 4½.
We komen op 6 matchpunten, waarmee we voldoende vertrouwen getankt hebben om in de slotronde ons beste beentje voor te zetten om aan de sportieve plicht te voldoen tegen koploper Philidor Leiden.
Geef een reactie