Schaken op een dambord
Voor wie zich verveelt in de zomervakantie kan ik het schaken op een dambord aanbevelen. Het is iets totaal nieuws, maar toch vertrouwd.
Je hebt alleen de gewone schaakstukken nodig en een dambord met 10×10 vakjes. Vaak bevindt zo’n dambord zich aan de achterzijde van een schaakbord. Op onderstaande foto is te zien hoe de schaakstukken opgesteld worden.
Om een partij te kunnen noteren, is het aantal lijnen uitgebreid met de i-lijn en de j-lijn. En er zijn twee rijen bijgekomen, de 9de rij en de 10de rij.
In de beginopstelling zijn de witte stukken dus Tb2, Pc2, Ld2, De2, Kf2, Lg2, Ph2, en Ti2. De witte pionnen staan op b3, c3, enzovoort t/m i3. En de zwarte stukken staan zoals gebruikelijk gespiegeld ten opzichte van de witte stukken.
De spelregels zijn exact hetzelfde als bij gewoon schaken. Er is slechts één uitzondering: de pionnen promoveren op de 10de rij voor wit en op de 1ste rij voor zwart. Er valt wat voor te zeggen om de pionnen om de 9de, respectievelijk 2de rij, te laten promoveren, maar we hebben daar nog geen ervaring mee opgedaan.
Dit schaken-op-een-dambord is ook zeer geschikt als “correspondentieschaak”. Er is immers nog geen theorie en het is ook niet mogelijk om Stockfish of een andere engine te raadplegen.
Robert Straver en ik spelen momenteel een partij die nog niet is beëindigd. Hieronder de gespeelde zetten tot dusver.
E.C. van ’t Hof – R. Straver, juli 2020
1. Tb2-a2 Ik besluit maar om de eerste de beste open lijn te bezetten met een toren. Achteraf bezien, had ik dat misschien beter aan de koningszijde kunnen doen.
1… Ti9-j9 Robert heeft dezelfde gedachte, maar nu op de koningsvleugel, wat misschien gunstiger is.
2. e3-e5 e8-e7
3. f3-f5 De9-e10 Terwijl ik het centrum heb bezet, besluit Robert met zijn dame ten aanval te trekken. Wat de juiste strategie is, weten we niet. We bevinden ons net als Ruy López in de 15de eeuw op totaal onontgonnen terrein.
4. De2-d1 De10-j10
5. Lg2-e4 h8-h7 Er komt al wat spanning in de stelling. Zwart wil zijn koningsloper activeren.
6. Ld2-f4 Lg9-i7
7. Pc2-e3 Ik besluit mijn damepaard meer richting het centrum te ontwikkelen en aanvaard een dubbelpion door de ruil van de zwartveldige lopers.
7… Li7xf4
8. g3xf4 Ph9-i7
Hoewel zwart zijn damevleugel nog niet heeft ontwikkeld, voel ik toch een lichte dreiging op mijn koningsvleugel. Om de verhinderen dat het zwarte paard zich vestigt op h5 of j5, besluit ik tot een kleine pionzet ter verdediging.
9. i3-i4 Tj9-j2
10. Dd1-i1
10… Dj10-j6+ Met schaak! Ik besluit met mijn koning naar voren te vluchten, omdat de onderste twee rijen voor mij te onveilig voelen. Het lijkt er overigens op dat de rokade in dit spel zeldzaam zal zijn, wegens de open a-lijn en j-lijn in de beginstelling.
11. Kf2-f3 Tj2-j4 Zwart vermijdt torenruil in de hoop dat dit zijn aanval ten goede zal komen.
12. Di1-g1 Mijn dame zwalkt wat heen en weer. Ik had twee plannen voor ogen. Enerzijds de mogelijkheid om de activiteit van de zwarte dame op de diagonaal e1-j6 te neutraliseren en eventueel ruil aan te bieden middels Df2 of Dg3. Anderzijds om mijn dame te activeren op de diagonaal g1-a7 om daar onder omstandigheden zelf actief te kunnen worden.
12… Pc9-e8
13. Ta2-a10 Nadat Robert besloot zijn damepaard in de strijd te betrekken, was het veld a10 beschikbaar gekomen voor mijn toren. Ik heb daar nog geen concreet doel voor ogen, maar het lijkt mij voor zwart onprettig om zo’n indringer in huis te hebben.
13… Pe8-g7
14. Pe3-g2 Een verdedigende zet, rekening houdende met de mogelijkheid Pg7-i6-h4.
En dit is de stand op dit moment. Hoe het staat? Geen idee! Kan zwart iets offeren op het veld h5? Robert is daar nu over aan het nadenken.
Wordt vervolgd.
Interessant! Wordt er binnenkort een schaakdamclub opgericht en of wordt er nog op andere vormen van dammen gebroed?
Waarom negeren jullie het centrum, jongens? De vrijdagavondlessen zijn er weer, starten om 7 uur!
Ik heb drie pionnen in het centrum, maar Robert is bezig met een omsingeling. De grote moeilijkheid is in te schatten wat de onderlinge waardeverhouding is van de verschillende stukken. Op zo’n groot bord lijkt een paard bijvoorbeeld relatief zwakker en een toren relatief sterker. Voor een loper geldt dat het aantal velden dat deze kan bezetten is toegenomen van 32 naar 50, maar tegelijkertijd is het aantal velden dat de loper niet kan bezetten ook toegenomen van 32 naar 50. Voor elementaire matvoeringen lijkt er niet zoveel verschil te zijn. Iemand had al uitgezocht dat eindspel KBN-K tot mat leidt in ten hoogste 57 zetten.
Een schaakdamclub gaat misschien wat ver, maar verschillende leden hebben mij al wel laten weten belangstelling te hebben voor een rapid-toernooitje met bijvoorbeeld het tempo 10 min + 5 sec increment.
Dit is een geweldige bijdrage van grote klasse. Leuk om te zien en de partij te volgen.