PK2016: partijen 7de en laatste ronde
Uiteindelijk gaat het bij schakers maar om 1 ding. De partijen natuurlijk. Hier zijn ze. Er zit menigeen tussen die het naspelen zeker waard is. Veel plezier, het was een feestje u te zien spelen en tot volgend jaar!
Partijen groep A
Partijen groep B
In de partij Kuiper-Noordijk was i.p.v. het rampzalige 37…Kd8?? mogelijk: 37…Db6: 38.Pd6+,Dd6:! 39.De4:,de4: 40.ed6:,Tg2: -+.
Na 39…Ke7 ging als volgt verder: 40.Td5:,Td5: 41.Dd5:,Pc3+ 42.Pc3:,Tc3: 43.Dd6+,Ke8 44.b7,Df1+ 45.Ka2 en (te vroeg) opgegeven. Na 45…Dc4+ moet wit nog vinden: 46.Tb3,Tc2:+ 47.Ka3! en uit.
Toch sympathiek van Ornett om Franky nog een kans te geven zijn toren weg te zetten 🙂
Ik geloof niet dat deze geste heel erg werd gewaardeerd en de zeer dubieuze afwikkeling naar een eindspel zonder dames door Df3 te spelen zou ik niemand aanbevelen.
Voor mij slechts het zoveelste bewijs dat een speeltempo met een increment van 10 seconden ongeschikt is voor het edele schaakspel. 🙁
Aan de ene kant ben ik het met je eens anderzijds vind ik remise geen uitslag. Door tijdgebrek aan het einde van de partij wordt tenminste een partij beslist. Vluggeren bij remise mag van mij ook.
Eric, elk speeltempo brengt per definitie beperkingen met zich mee. Als je schaken als sport beoefent – en niet als kunst of wetenschap – probeer je je te meten met anderen binnen die beperkingen.
Los daarvan moet ieder zijn tijd verstandig indelen. Increment van 10 seconden is iets anders dan gongschaak met 10 seconden.
De situatie deed zich voor op zet 55. Laten we eens vergelijken:
Tempo 1.15 + 30 sec: 1.15 + 55×0,30 = 1.42,30 totale bedenktijd.
Tempo 1.35 + 10 sec: 1.35 + 55×0,10 = 1.44,10 totale bedenktijd.
Kortom, voor de eerste 55 zetten hadden de spelers meer bedenktijd tot hun beschikking dan in het interne tempo met 30 sec increment.
Raoul formeel en mathematisch heb je volkomen gelijk toch denk ik dat veel spelers pas op het einde sneller gaan spelen wat idd niet verstandig van ze is en dan is een plus van 30 seconden wel iets prettiger dan tien en dan praat ik niet voor eigen parochie want wat mij betreft kan het niet snel genoeg.
Maar, Raoul, die beperkingen kunnen zodanig zijn dat de oorspronkelijke opzet van de sport verloren gaat. Wanneer je bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd tussen twee elftallen zou spelen om een grasmat van 10 bij 10 meter, dan kun je ook niet volhouden dat nog steeds een leuke en eerlijke voetbalpartij is. Alleen een kabouterelftal vindt dat misschien nog aardig. Voor een schaakpartij met 10 seconden increment geldt hetzelfde. Het leidt slechts tot chaos, is niet echt leuk meer en heeft als zodanig weinig tot niets meer te maken met de oorspronkelijke opzet van het schaakspel wat ooit gedurende vele eeuwen wel een populaire denksport was. 30 seconden increment is niet zaligmakend, maar wel enorm veel beter, wat de praktijk ook heeft uitgewezen. Wat betreft de rekensom – die klopt rekenkundig wel, maar niet qua logica. De partij duurde juist 55 zetten ten gevolge van de 10 seconden increment. Bij 30 seconden increment had de partij korter of veel langer kunnen duren.
Mathematiek vs Psychologiek in de Schaakkunde