Partijen groep A en groep B
He he, daar zijn ze dan eindelijk. Aan de invoerders lag het in het geheel niet. Nee, de volkshuisvesting was de schuldige, maar ik zal u er niet mee bemoeien. Ga er eens lekker voor zitten, want hier zijn de partijen van ronde 6! Het mysterie van de loper die zijn eigen collega heeft geslagen lijkt opgelost te zijn. Het is zeer waarschijnlijk gebeurd. Maar denk vooral niet dat het de eerste keer is. Er zijn meer gevallen in de geschiedenis van het schaken bekend. Ik herinner mij een interne competitieduel bij SC Oegstgeest vele, vele jaren geleden waar een speler pardoes met zijn witte paard op d5 zijn prachtige witte loper op f4 eraf sloeg … U moet het overigens niet te vaak doen. Computers staan zo’n zet niet toe waardoor het invoeren van partijen tot tal van praktische problemen leidt.
Partijen ronde 6, groep A (met dank aan Eric van ’t Hof)
Partijen Groep B (met dank aan Luuk Hoogeveen)
Nu de tijdcontroles zijn afgeschaft, is de notatieplicht eigenlijk ook zinloos geworden. Natuurlijk, het is aardig als je de partij achteraf nog kunt naspelen, ook voor anderen, maar dit is juist in veel gevallen weer onmogelijk gemaakt door het dubieuze 10-seconden systeem.
Neem de voor het toernooi cruciale partijen Pijpers-Wantola en Coene-Van Ketel hierboven. In beide gevallen is er een totaal gelijke stelling bereikt op het moment dat de notatieplicht eindigt (minder dan 5 minuten op de klok).
Twee keer een gelijke stelling en daaronder twee keer de uitslag 0-1. Het is alsof je naar een halve film zit te kijken, maar de ontknoping niet mag zien.
De oplossing van dit probleem is gelukkig eenvoudig. Wijzig het speeltempo in 75 minuten bij aanvang, plus 30 seconden increment vanaf de eerste zet, met een notatieplicht voor de gehele partij. Bijkomend voordeel is dat de schaakregels m.b.t. drie keer dezelfde stelling e.d. ook daadwerkelijk gehandhaafd kunnen worden.
Wat betreft die notatieplicht nog het volgende: in hoeverre moet dit ook leesbaar zijn en zo ja, voor wie? Ik heb uit de laatste ronde notatieformulieren onder ogen gekregen waarop wél met inkt tekenen waren aangebracht, die de illusie wekten een schrift voor te stellen. Volstrekt onduidelijk echter was welk schrift dit dan zou moeten zijn. Ook was het dus onmogelijk vast te stellen of het geschrevene iets te maken had met de gespeelde schaakpartij.
Ik geef direct toe dat een tempo met 30 secondes increment de toekomst heeft. Al zal dat de kwaliteit van noteren, welke nu al het niveau heeft van een stuk vers vlees dat 3 dagen in een rivier heeft gelegen welke samen komt met een riool, niet ten goede komen. Ik ben meer voor technologische vooruitgang. Schaakborden moeten gewoon allemaal elektronisch worden. De zet wordt dan dus vanzelf bijgehouden en na afloop kun je op print drukken, waarna het bord je zetten uitprint. Of je drukt op email en de zetten komen in je inbox. Bij zetherhaling gaat er een rood lampje branden. Indien iemand een onregelmentaire zet doet, geeft het bord een genadeloze stroomstoot. Tot slot, als iemand 15x op rij de nummer 1 zet speelt van de sterkste schaakcomputer, dan zijn lasers in het bord aanwezig om kleine gaatjes in de oplichter te branden. Op pijnlijke plekken.
De kosten van al die electronische borden gaan ooit wel een keer omlaag. Net als de prijs van zonnepanelen.
Het einde van mijn partij: 38. Dxf1 Dxe7 39. Df2+ c5 40. Dxh4 De2 41. Dh3 De1+ 42. Lc1 f5 43. De3 Dh1 44. Dg5 Le5 45. h4 f4 46. h5 De1 47. c3 Dxc3 0-1
Voor de overlevering, Lxf3+ was gespeeld (ipv Qf3+). Q
Even wat anders; mijn oog viel zojuist op een zeer fijne technische prestatie van Coenraad. Gelukkig met alle zetten genoteerd. Wat mij betreft kandidaat voor een weekprijs!