LSG C – Zwarte Pion A
Op een doorsnee vrijdagavond speelde LSG C met invaller Arthur Schuering tegen De Zwarte Pion A. Bij dezen een kort verslag door Jeroen Berrevoets. Van een aantal partijen heb ik de notatie met wat commentaar, of een kort verslag van de spelers zelf.
Op bord 8 speelde Arthur Schuering: “Ik dacht dat ik met wit beter uit de opening kwam, maar door een onnauwkeurigheid van mijn kant kwam ik slechter te staan. Ik kreeg een koningsaanval over mij heen, die ik niet kon weerstaan.” (0-1)
Michel op bord 7 werd een snelle remise (½-1½). Dat was het wel.
Chris op bord 6 ging weer ouderwets door met winnen, na 5 rondes staat hij op 4½/5. (1½-1½)
Op bord 5 een interessante partij van Johan: “Ik kwam slecht uit de opening (met zwart). Gelukkig ruilde mijn tegenstander de dames waarna het grootste gevaar was geweken. Daarna gebeurde er van alles. Ik liet na om een volle toren te winnen, omdat ik dacht mat te gaan (het bleek echter slechts eeuwig schaak). Daarna kreeg ik nog twee keer de kans om een pion te winnen, maar miste ik de tactische finesses die hier voor nodig waren. En in een stelling waar vooral mijn tegenstander kansen werd er remise gegeven.“ (2-2)
Op bord 4 speelde Olivier tegen G.P.M. van Dijk: “Poeh mannen, zoals jullie gezien hebben was mijn partijtje er één om snel – heel snel – te vergeten. Liefst word ik daar niet aan herinnerd en als het toch moet liefst met zo weinig mogelijk details.”
Er kwam een Grand Prix op het bord waarna Olivier al snel erg goed kwam te staan. De koningsvleugel werd erg snel opengebroken, waarna de zwarte koning erg kwetsbaar werd. De partij nam een geinige wending aan met de volgende stelling:
Leuke puzzel voor thuis. Mat in 8 voor wit, helaas gemist door Olivier. Hierna kreeg zwart de overhand. Na enig geklungel van zwart was de partij weer in het voordeel van wit. Uiteindelijk een eindspel waar wit leek te winnen, maar een cruciale zet miste. Vervolgens haalde zwart helaas het punt binnen. Olivier vroeg mij heel vriendelijk om hem verder te sparen, en dat zal ik dan ook doen. (2-3)
Ruud op bord 3: “Nadat mijn pot tegen Dick vd Berg van Oegstgeest achteraf toch een stuk minder beroerd was geweest dan ik aanvankelijk dacht (zie het verslag van Johan) en ik eigenlijk toch nooit wezenlijk minder had gestaan, kon ik met opgekrikte moraal aantreden tegen Lissenaar Joost van Hal. Een oude bekende van vroeger en een speler die het spelletje altijd wel snapte. Anders dan ik altijd heel actief gebleven, maar desondanks toch wat op niveau weggezakt. Ondanks nog altijd 60 ratingpunten verschil en de zwarte kleuren moest die in mijn winning mood wel te pakken zijn. Dacht ik althans, want ik zag mij, zonder dat hij ook maar een foutje maakte waar ik op zat te loeren, kansloos van het bord gezet. Na afloop sprak hij de alleszeggende woorden uit: ‘dit keer klopte alles dan eindelijk een keer’. Nou dan weet je het wel, een eventueel volgende keer is dat dan hopelijk maar weer niet het geval.“ (2-4)
Op bord 2 zag ik Wybe eenvoudig winnen van W. Welch. Openingsfoutjes van zwart werden direct afgestraft in een Londensysteem. Paar onnauwkeurigheden in het middenspel geven zwart iets kans, maar eigenlijk was het niks. Hierbij de partij van Wybe, met commentaar. Bedankt daarvoor! (3-4)
Op bord 1 speelde ik tegen Ewout Mueller. Hij speelde een variant waar een aantal belangrijke zetten werden vergeten waardoor ik snel het centrum kon overnemen. Partij met wat commentaar: (4-4)
We staan nu 2e in de 1e klasse met 4 matchpunten achterstand op ASC A. We verwachten dat ASC A niks geks meer gaat doen, en dan hebben we de 2e plek volledig in eigen hand. Volgende wedstrijd uit tegen Philidor B.
# | LSG C | Rating | De Zwarte Pion A | Rating | Uitslag | |||
1 | J. Berrevoets | 2065 | – | E.W.J. Mueller | 1950 | = | 1 | 0 |
2 | W. Evenhuis | 1942 | – | W.C.E. Welch | 1703 | = | 1 | 0 |
3 | R.J. Dobbelaar | 1820 | – | J. van Hal | 1888 | = | 0 | 1 |
4 | O.C. Huizer | 1798 | – | G.P.M. van Dijk | 1939 | = | 0 | 1 |
5 | J. Stins | 1803 | – | W.F. van Randen | 1822 | = | ½ | ½ |
6 | C.W.J. de Weert | 1761 | – | T. Albregtse | 1796 | = | 1 | 0 |
7 | M. Hubert | 1797 | – | R. van den Aardweg | 1789 | = | ½ | ½ |
8 | A.A. Schuering | 1840 | – | J.J. den Breejen | 1885 | = | 0 | 1 |
1853 | 1847 | 4 | 4 |
Bedankt Jeroen!
Mooi verslag!