LSG A verslaat Philidor A in een ware thriller
Misschien was ik al een beetje met mijn gedachte bij de theatervoorstelling – Thriller Live – waar ik zaterdag met het gezin naar toe zou gaan, maar een betere omschrijving kon ik even niet bedenken. De ontknoping van de wedstrijd was er een die werkelijke alle kanten op kon gaan. Maar oké, eerst het begin.
Arthur Pijpers speelt op dit moment het Batavia toernooi in Amsterdam waar hij probeert de grootmeestertitel binnen te slepen. Een norm en 10 elopuntjes zijn voldoende, hoewel dat natuurlijk geenszins een makkelijke opgave is. Het leek hem dan ook niet handig om ’s avonds nog even een potje in de LeiSB te gaan spelen. Zijn vervanger was niemand minder dan onze Noteboom directeur die er net weer een fantastische editie op had zitten. Verder waren we compleet doordat ook Timo Ye present was. Philidor had vier invallers maar was er niet echt zwakker op geworden met Guido Bakker en Thijs Roorda in de gelederen. Phildor stond bovenaan in de Hoofdklasse van de LeiSB en er stond dus wel wat op het spel.
We schoten werkelijk uit de startblokken met twee snelle overwinningen. Timo opende de score door bij zijn debuut meteen een vol punt te pakken. De partij was zo snel klaar dat ik er weinig van mee heb gekregen behalve dat het een variant van het Konings Indisch was die ik samen met Timo wel eens heb bestudeerd. Een mooi resultaat tegen een sterke tegenstander! (1-0)
Niet al te lang daarna was het Ernst Gevers die de marge verdubbelde. Ernst had dit seizoen nog niet gewonnen in de LeiSB en het werd tijd dat dat nu aan bord 8 maar eens moest gebeuren. Tegen een voor mij oude bekende – Jan van Amsterdam – had hij met kleine middelen een prettige stelling weten te bereiken. Na een paar onnauwkeurigheden van de zwartspeler werd ook hier het punt snel binnen gehaald. (2-0)
So far, so good. Een 2-0 voorsprong en de drie bovenste borden – waar we een aardig ratingoverwicht hadden – nog bezig. Toch was ik nog lang niet gerust op een goede afloop. Bij die topborden was het helemaal niet zo duidelijk. Manfred Kindt had het zwaar, Quinten Salomons was ergens een kwaliteit kwijt geraakt en Folkert Geertsma speelde wel erg passief tegen Thijs Roorda. Die laatste was het dan ook die voor Philidor de aansluitingstreffer op het scorebord zette. (2-1)
De gelijkmaker liet niet toen ook niet lang meer op zich wachten. Manfred kreeg met zwart een solide variant van de Grunfeld tegen zich die zeker niet zo onschuldig is als hij er uitziet. Kramnik heeft met wit in deze variant ook menig punt binnen gehaald. Een paar onhandige zetten zorgde ervoor dat Willem Jan van Briemen een zeer prettig eindspel kreeg en toen ook nog de laatste kans op een slecht toreneindspel werd gemist, stond het gewoon weer gelijk. (2-2)
Intussen had Quinten zijn kwaliteit weer terug gekregen en stond ik een gezonde pion voor. Bij Eelco en Rudy was het vrij onduidelijk wie er beter stond. Het was dan ook een flinke tegenvaller toen Jan Aart van der Steen op eens vlag claimde en Philidor daarmee op voorsprong zette. Helaas ontbreekt de notatie van de partij en kan ik u alleen laten weten wat ik af en toe zag als ik opzij keek. De opening ging prima voor Rudy die met zwart al snel wat prettiger stond. Het kostte hem alleen wel heel veel tijd en toen hij wat onvoorzichtig ergens h7-h6 speelde, kreeg Jan-Aart een flink initiatief. Rudy zag zich genoodzaakt een kwaliteit te offeren waarvan ik in eerste instantie dacht dat het wel oké was en dat hij genoeg compensatie zou hebben. Het bleek echter veel lastiger en toen hij zat te bedenken hoe hij de zaak bij elkaar kon houden, was opeens de tijd op. (2-3)
Ergens op dat moment kreeg Eelco remise aangeboden wat hij moest afslaan gezien de ontwikkelingen op het bord van Quinten. Gelukkig kon ik vrijwel direct daarna de gelijkmaker aan laten tekenen. Ik mocht het aan bord 2 met wit opnemen tegen Bert van der Marel. De sympathieke Groninger die we allemaal kennen van de interne bij LSG is een solide en lastig te bespelen tegenstander. Ik had vooraf besloten toch maar gewoon een main line Spaans te spelen in plaats van een saaie ruilvariant wat ik al eens eerder tegen hem had gespeeld. We kregen inderdaad een interessante Spanjaard op het bord waar ik uiteindelijk aan het langste eind trok (3-3)
Wat er toen allemaal gebeurde is wat lastig te beschrijven omdat er op dat moment niet meer werd genoteerd. Aan beide borden speelden de spelers zo ongeveer op hun 10 seconden increment wat niet echt heel veel is. Dat Eelco op dat moment nog aan het spelen was, mag ook als een klein wonder worden beschouwd.
Op het moment dat Guido remise aanbod had hij nog ongeveer 2 minuten en Eelco 8. De volgende keer dat ik keek – net nadat ik klaar was – hadden ze allebei even veel tijd en ging Eelco opeens een pion verliezen. Gelukkig was er aan de kant van Philidor op het andere bord ook wat mis gegaan. Quinten had opeens een eindspel met een pion meer wat hij rustig op winst kon spelen. Terug naar bord 1… Eelco verdedigde zich heel actief en leek met remise weg te kunnen komen totdat de witspeler opeens het verkeerde pionnetje pakte (a5 in plaats van e5) en zwart opeens een pion voor kwam in het toreneindspel. Daarin bleken de verbonden vrijpionnen van Eelco beslissend te zijn. (4-3)
Matchpunten binnen zou je denken. Oké, 1 matchpunt binnen, maar of dat tweede er zou komen was nog maar de vraag. Eerst maar weer even het begin van de partij.
Vanaf dit moment gebeurde er in deze partij werkelijk van alles. Zoals eerder gemeld, zag Jan zich genoodzaakt de kwal terug te geven wat leidde tot een ongeveer gelijke stelling. Toen gaf Quinten opeens een belangrijke pion weg en stond wit weer duidelijk beter. Wit liet toen op een wat onhandige manier zijn dame bijna insluiten waarna er een eindspel op het bord kwam waarin zwart vlak achter elkaar 2 pionnen won. Maar net toen Eelco ging winnen, gaf Quinten opeens een stuk weg. Jan speelde het allemaal heel krachtig en leek voor de 4-4 te gaan zorgen. Totdat zijn klok opeens 0.00 aangaf… Een enorme teleurstelling voor Phildor en een enorme opluchting aan LSG-kant.
Zeker na het zien van (bijna) alle partijen is het duidelijk dat deze wedstrijd eigenlijk geen winnaar verdiende. Maar de kille cijfers laten zien dat er LSG er ‘gewoon’ met de matchpunten vandoor is gegaan en nu de koppositie deelt met LSG B dat ook goed weg kwam met een 5-3 overwinning tegen Voorschoten A.
# | LSG A | Rating | Philidor A | Rating | Uitslag | |||
1 | E.F. Kuipers | 2315 | – | G.J. Bakker | 2201 | = | 1 | 0 |
2 | E.P.C. van Haastert | 2445 | – | B. van der Marel | 2153 | = | 1 | 0 |
3 | R.B.W. van Wessel | 2383 | – | J.A. van der Steen | 2144 | = | 0 | 1 |
4 | F.J. Geertsma | 1916 | – | T. Roorda | 2122 | = | 0 | 1 |
5 | M.R.J. Kindt | 2082 | – | W.J. van Briemen | 1964 | = | 0 | 1 |
6 | T. Yeh | 1784 | – | R.E.E. Wooter | 1979 | = | 1 | 0 |
7 | Q.R. Salomons | 1754 | – | J. van der Knaap | 1813 | = | 1 | 0 |
8 | E. Gevers | 1979 | – | J.A.G. van Amsterdam | 1737 | = | 1 | 0 |
2082 | 2014 | 5 | 3 |
Tja, alleen het resultaat telt…
Voetbal met of zonder VAR is een ander spelletje maar schaken met slechts 10 seconden increment ook. Ik ben blij dat het in de KNSB nog niet zo ver is.
Ik ben wel groot voorstander van de VAR, maar 10 sec vind ik ook wel wat weinig. Het speeltempo van de LSG interne (1u15min + 30 sec increment) lijkt me ook prettiger. Je hebt dan in het begin wat minder tijd, maar op het eind zullen er minder vaak gekke dingen gebeuren. Stof voor discussie voor de competitieleider.
Bij de KNSB zal het ook nooit zover komen. Het 10-seconden-increment voor de LSB competitie is willekeurig bepaald. Had de mens 16 vingers gehad, dan was er vermoedelijk gekozen voor 16 seconden increment per zet.
Er is wel een praktische reden om vast te houden aan dit korte increment: een aantal verenigingen móét de speelzaal om 24.00 uur sluiten. Door het 10-seconden-increment is het praktisch onmogelijk om de partij op een normale wijze af te ronden – er wordt in feite een beslissing geforceerd. Het 10-seconden-increment (wat we vroeger “gongschaak” noemden) leidt in de praktijk tot grove blunders of zelfs tijdsoverschrijding. En daardoor is er ruim vóór de sluitingstijd om 24.00 altijd een uitslag.
Maar inmiddels heeft de praktijk bij LSG uitgewezen dat bij een speeltempo van 75/30, zoals Edwin ook schrijft, (vrijwel) alle partijen óók voor 24.00 uur zijn afgerond. Wanneer dit speeltempo ook in de LSB-competitie zou worden ingevoerd, dan zijn er per seizoen misschien 2 of 3 lange partijen (“zeeslangen”), schat ik, die niet voor 24.00 uur klaar zijn. Als dat een probleem zou zijn, dan is het nog altijd beter om die 2 of 3 partijen om 24.00 uur dan maar te arbitreren of af te breken (waarom niet?) dan vast te houden aan het inderdaad bizarre “gongschaak” met 10 seconden increment.
Mooi verslag Edwin, bedankt voor de analyses!
Allereerst Edwin bedankt voor deze fraaie analyses!
De geluiden rond verruiming van de increment in de Leisb hoor ik wel vaker. Sluitingstijden van clublokalen is inderdaad soms een bottleneck. Anderzijds leert de praktijk inderdaad dat het aantal zeeslangen beperkt is, hoewel dit mogelijk bij een teamwedstrijd anders kan liggen dan bij een interne (iemand probeert bijv nog lange tijd een licht beter eindspel uit te melken omdat het verschil tussen overwinning en remise een matchpunt bedraagt).
Lijkt mij goed als de discussie binnen LSG gevoerd wordt, dan kunnen we hem later breder trekken (inventariseren bij andere clubs) als dat wenselijk is en evt. agenderen voor de ALV na de zomervakantie. Hoe graag Eric dat ook wil: afbreken gaan we niet invoeren!
Ander punt (had ik het laatst met Chris de Weert over): moet er geen increment in de beker komen? Daar worden nu 2 rapidpotjes tegen dezelfde tegenstander gespeeld met 45 min pppp zonder increment. 30 seconden is hier wat veel uiteraard maar we zouden hier over kunnen schakelen op 35+10s. Hoor graag hoe men hier tegenover staat.
Volgens de FIDE regels van het schaakspel is het afbreken van partijen gewoon een reglementaire mogelijkheid. Ik ben het ermee eens dat dit afbreken in deze tijd niet wenselijk is, maar het alternatief, namelijk het huidige speeltempo met 10 seconden increment, is nóg onwenselijker. Daarom stel ik voor dit kleine offer van enkele afgebroken partijen per jaar te brengen ten faveure van een fatsoenlijk speeltempo voor alle andere partijen.
Dat er in de bekercompetitie nog met het 45/0 tempo wordt gespeeld, dus zonder increment, is eveneens zeer onwenselijk. Onlangs was ik er nog getuige van hoe een sterke schaker ouderwets “door de vlag werd gestampt”. In een eindspel met ongelijke lopers deed zijn tegenstander niet veel meer dan het eindeloos heen en weer bewegen van de loper totdat er 0.00 op het schermpje stond. Geheel reglementair, maar desalniettemin erg onsportief.