LSG 4 – Oegstgeest

Bijgaand verslag is geschreven door Daan Binnendijk. Het vierde team is ingedeeld in een bijzondere competitie (4F) . Er zijn een aantal teams die op elopapier een maatje te groot zijn voor ons en een paar teams die we kunnen hebben. Nagenoeg alle sterke teams krijgen we voor de jaarwisseling, daarna moeten we gaan scoren om erin te blijven. In de 1e en 3e ronde hadden we,ingecalculeerd,ruim verloren, in de 2e ronde hadden we keurig gewonnen van mede-degradatiekandidaat Philidor 3. Nu mochten we aantreden tegen Oegstgeest. Dit is al jaren een enigszins onevenwichtig samengesteld team, de bovenste 4 borden zijn op zich te sterk voor de 4e klasse, aan de onderste 4 zijn we gelijkwaardig. De taak vooraf was dan ook : bovenin proberen heel te blijven, onderin scoren.

In de dagen voor de wedstrijd hadden we in de app al mogelijke tegenstanders besproken. Het is daarbij ook opvallend hoeveel LSG’ers een verleden bij Oegstgeest hebben, alleen in ons team al drie (Jan, Jan-Willem en ik). Ik heb aan de periode dat Oegstgeest in de Roode Leeuw speelde, zeer warme herinneringen. Na het schaken ging je naar het café waar je ging snelschaken, klaverjassen, toepen en kon je nog om 2 uur patat bestellen, waarna iedereen om een uurtje of 3 er uitgedweild werd. Echter, dass war einmal, de Roode Leeuw heeft plaatst gemaakt voor appartementen. De jarenlange zoektocht naar een nieuw speellokaal heeft er best flink ingehakt, maar nu heeft Oegstgeest al een paar jaar weer een onderkomen in Oegstgeest.

Gert-Michiel de Niet kwam volgehangen met Feyenoord-attributen binnen, legde die naast zijn bord. ’s Avonds zou hij naar de Kuip gaan (Feyenoord tegen Heereveen, start 18.45 uur). Tegenstander Folkert gaf geen krimp , won met wit een pion maar daar had De Niet duidelijke compensatie voor . Folkert kreeg remise aangeboden en er was eigenlijk geen reden om dat niet aan te nemen. Voor de Niet was dat natuurlijk ook prima, want zo kon hij op tijd in de Kuip zijn. Hij bleef echter nog geruime tijd (ik heb ook nog met hem geschaakt) waardoor hij in ieder geval de 1e helft heeft gemist. (0,5-0,5)
Jan speelde tegen Fred Slingerland. Dit is een IM, maar zijn rating is inmiddels gedaald tot beneden de 2200. Hij speelt alles razendsnel en vertrouwt vooral op zijn eindspeltechniek. Zeker in rapidpartijen, maakt deze speelstijl hem nog steeds tot een sterke speler. Al vrij snel had Jan een pion moeten geven om mat te voorkomen, Fred maakt vervolgens alles dood wat bewoog en incasseerde snel het punt (0,5-1,5).
Jan-Willem van Drunick speelde tegen de andere IM van Oegstgeest, Nebosja Nicolic (het broertje van onze IGM van het eerste team). Na afloop walgde Jan-Willem van zichzelf. Allereerst had hij een pion kunnen winnen en dan beter/gewonnen gestaan, hij zag dit ook, maar dacht “de IM zal het wel beter gezien hebben dan ik, dus laat ik het niet doen”. Later gaf Jan-Willem op in wat bleek een remisestand te zijn. Dat is gedrag dat geen navolging verdient (0,5-2,5)
Adinda speelde op bord 5 tegen Johan Boots. Het hele seizoen speelt Adinda razendsnel en gaat pas nadenken als ze slecht of zelfs verloren staat. Ik heb haar hier al een paar keer op aangesproken, ze lacht dan begripvol en lief naar me om het de partij daarna vrolijk weer te doen. Ik moet het hier toch een keer met haar man (Geralt) over hebben, misschien heeft hij wel gezag. Ook nu verloor ze net de opening door een simpele combi een pion. Ze richtte echter de rug, ging terugvechten , won de pion terug en uiteindelijk werd het remise (1-3)
Henk van der Scheer speelde tegen good-old Joop Piket. Oud hoofdklasser, vader-van, en ondanks dat hij 80+ is , nog steeds een rating van dik 2000. Een avontuurlijk, aanvallend ingestelde speler met een enorme voorliefde voor de Trompovsky (2.Lg5). Jan Hellenberg had dan ook de suggestie gedaan om als je zwart tegen Joop zou hebben , om dan op de eerste zet direct h6 te spelen. Henk was op zich niet ontevreden over zijn spel, maar overzag een tussenzet die gelijk dodelijk was (1-4).
Rick mocht aantreden tegen Klaas Aalbers. Dit is een speler die zijn hele schaakleven al obscure gambieten speelt, maar als ik hem zie dan denk ik vooral aan wat anders. Tijdens hete zomers bestelde hij in de Roode Leeuw steevast “Bourbon cola met belachelijk veel ijs”. Ik heb dit een aantal jaren geleden ook geïntroduceerd bij mijn oudste zoon en we zijn het er beiden over eens : dit is goed te drinken. Het werd in het geheel geen wilde pot. Rick had een miniem plusje in een gelijk lopereindspel. Rick kreeg remise aangeboden, wilde vanwege de teamstand het nog wel even proberen (en dat is te prijzen!) , maar meer dan een halfje heeft er niet in gezeten (1,5-4,5).
Terwijl Rick remise aangeboden kreeg, bood de tegenstander van Vincent dat ook aan. Vincent liet even zijn tijd lopen en dacht na over het leven als teamleider. Hij stond minder, eigenlijk was zijn tegenstander aardig, om niet te zeggen ’sympathiek’ dat hij voorstelde om te punten te delen. Echter, naast Vincent was een teamgenoot (Rick) aan het proberen om water uit steen te persen voor het teamresultaat en moest hij dan, als generaal van LSG 4, dan lafhartig persoonlijk behoud verkiezen boven een mogelijke eervolle dood ter meerdere glorie van LSG 4? Het ging Rick niet lukken en daarom kon Vincent er ook mee stoppen (2-5).
Voorafgaand aan de wedstrijd had Vincent een klein foutje gemaakt in de opstelling, hij had mij weer zwart gegeven. Ik wees hem daarop, wilde graag wit en om mijn argumenten kracht bij te zetten beloofde ik daarbij een vol punt. Een teamgenoot, een zeker Folkert G. te P. , betwijfelde in de app direct de waarde van een belofte van een politicus. Mocht ik ooit nog wethouder worden in Pijnacker, dan weet ik hem te vinden. Vincent gaf mij echter wijselijk wit op bord 6. Ik mocht tegen Wessel Volders. Ik kon me niet herrineren dat ik ooit van hem gewonnen had, wel heel vaak remise. Gedurende de partij voerde ik steeds verder de druk op , won een pion en in de slotstelling is het nog niet totaal uit, maar SF geeft wel +3.1. SF was sowieso wel tevreden over mijn spel.(3-5)

Daarmee hebben we dus verloren en ook de volgende wedstrijd (tegen DD 2) wordt waarschijnlijk een horde die we niet kunnen nemen. Ik kan daar zelf helaas niet bij zijn. De reden voor mijn absentie vind ik eigenlijk vrij schaamtevol: ik moet die dag op de hond passen. Zo’n 9 jaar geleden heeft mijn dochter 3 weken achter elkaar gehuild, want ze wilde een hond. In een zwak moment (ik ben er niet trots op) heb ik ingestemd met een hond. Deze hond is nu aan haar achterpoot geopereerd en zielig. Mijn vrouw en dochter gaan 14 december de hele dag weg, mijn 2 andere kinderen (zoons) zijn harder dan ik en hebben reeds bij aanschaf van de hond beiden verklaard dat er bij welke activiteit met de hond dan ook, wij niet, ik herhaal niet, op hen kunnen rekenen. Terwijl mijn teamgenoten heerlijk gaan schaken in het Nationale Schaakgebouw in Den Haag, pas ik dus op een manke hond.
Een klein voordeel is dat ik ontsnap aan een rare gewoonte van LSG 4. Bij veel teams zie je dat de speler die als eerste klaar is het verslag moet schrijven. Ik was als laatste klaar en ik heb bovendien als enige gewonnen. Moet ik dan van elke wedstrijd waar ik aan mee doe , het verslag schrijven?