LSG 3 verliest nipt van BSV Bennekom
Wat een dag om te schaken. Een prachtig lenteweekend werd op zaterdag 11 april verstoord door een grijze, koude herinnering aan de sombere winter. Dan maar liever de hele dag binnen een teamprestatie leveren. Althans, zo denkt de captain hierover. U zult zich afvragen waarom deze dan niet ook zelf de troepen leidt. Wel nu, de captain was gezwicht voor de druk van het eerste dat een meesterklassedebut aanbood. En omdat ik al snel bereid ben mijn rol binnen de LSG-hierarchie in te nemen en stalorders op te volgen, c.q. een leeg bord aan de tafel van ons vlaggenschip een schaakpartij te gunnen, was ik genoodzaakt LSG 3 deze ronde achter mij te laten en plaats te nemen achter de witte stukken op bord 10. Een verleiding, niet te weerstaan. Een waarschuwing vooraf dat ik waarschijnlijk tegen een 13 jarig knaapje met een gouden schaaktoekomst zou mogen spelen had mij wellicht op andere gedachten gebracht. Nu heb ik echter toch de kans gekregen mij de boeken in te schaken met een leerzame wanprestatie tegen de Chigorin variant van de Ruy Lopez. De zwaarbevochten ratingpunten van de afgelopen rondes als lesgeld in het contributiezakje van mijn jeugdige vriend deponerend. Mijn kans op de toptraining bij LSG is verder weg dan ooit.
Mijn openingsopzet is al vaker door sterkere spelers geprobeerd, dat mag een schrale troost zijn.
Na dus geproefd te hebben van het verraderlijke genot van deelname in een te sterk team keer ik met gebogen hoofd terug naar mijn teerbeminde LSG 3. Mijn team, waarvoor ik op papier nog team captain was tegen BSV Bennekom ook. Men zal mij hebben zien zwoegen en uit medelijden niet hebben willen storen, want toen ik eindelijk weer eens bij de 3e klasse wedstrijd ging kijken kon ik nog net de derde remise overeengekomen zien worden. Met deze remise was het pleit beslecht, daar de enige nog spelende teamgenoot Ernst aan bord 1 tegen de sterkste speler van Bennekom een verloren eindspel dapper doch uitzichtloos verdedigde en Bennekom inmiddels al 3 punten had genoteerd. Waarom zou je het ook aan de team captain vragen als die toch alleen maar aan het teamresultaat denkt? Daar heb je zelf natuurlijk niets aan. Je kunt zelf toch beter inschatten hoe goed je je bij een stelling voelt? Je weet zelf toch beter dat je met beide 3 zware stukken en pionnen hooguit nog een verliespoging kunt wagen? Of dat de fut uit een stelling is, of dat je iets beter staat, maar dat het waarschijnlijk niet genoeg is om het team een matchpunt te bezorgen en dat je het dan maar beter niet kunt proberen? Nee, een team captain is er om het vervoer te regelen, de tegenstander tijdig uit te nodigen, een opstelling te bedenken, de zaal in te richten en een verslag te schrijven. Een dankbare taak, want dan weet je ten minste zeker dat je ontspannen achter het bord plaats kunt nemen. Je hebt immers alles zelf geregeld en tijdens de partij hoef je niets meer te doen!
Ik heb dus weinig van de andere partijen kunnen genieten. Onze twee invallers in ieder geval wel. Peter Passenier en Wim Zwinkels zorgden allebei voor een vol punt! Wim zelfs na een kwaliteit te verliezen. Verder valt nog te benoemen dat de aanvankelijk door mij voorgestelde opstelling naar alle waarschijnlijkheid het treffen van twee vrienden zou opleveren en of er wellicht nog gesleuteld mocht worden. Uiteraard werd aan het verzoek voldaan en wellicht ook uiteraard kwamen de twee vrienden alsnog tegen elkaar op een hoger bord dan gebruikelijk. Met de moed in de schoenen werd deze partij overtuigend door 1 van de vrienden gewonnen.
Onze concurrenten (mag ik ze nu nog zo noemen?) kampten ook met allerhande tegenslagen. Met een overwinning zouden we nu op plek 3 staan met een theoretische kans op het kampioenschap. Wie had dat gedacht? Sterker nog, wie had dat gewild?
Is schaken in dit formaat wel een teamsport? In de wandelgangen kwam ik (voor mij) verrassend weinig gelijkgestemden tegen. Het leeuwendeel speelt zijn/haar eigen potje en wil daarin niet gestoord worden. Ik begrijp dat en keur dat goed. Met een team vol zodanig ingestelde schakers kun je het ook prima naar je zin hebben. Je moet er alleen niet tussen zitten als je de KNSB-competitie wel als teamsport beschouwd. Dat kan ongelooflijk frustrerend werken. Ongelooflijk in de zin dat de einzelgänger waarschijnlijk niet kan geloven dat ik er zo over denk.
Als laatste mijn dank aan Casper Schoppen die een uitstekende partij speelde. razendsnel en doeltreffend gespeeld. Achteraf zo logisch te volgen. Een aanrader om een keer na te spelen. Bedankt voor de analyse achteraf.
T | LSG 3 | 2010 | BSV Bennekom | 1955 | 3½ | 4½ |
1. | Ernst Gevers | 2061 | Hotze Tette Hofstra | 2211 | 0 | 1 |
2. | Marcel Wubben | 2081 | Martijn Pauw | 2040 | ½ | ½ |
3. | Marcel de Jeu | 1991 | Eddy de Beule | 2006 | 0 | 1 |
4. | Martin Voorn | 2034 | Martin Markering | 1933 | ½ | ½ |
5. | Peter Passenier | Benno van der Veen | 1931 | 1 | 0 | |
6. | Frans Erwich | 2003 | John Riksen | 1771 | 0 | 1 |
7. | Adinda Serdijn | 1981 | Wim Thieme | 1870 | ½ | ½ |
8. | Wim Zwinkels | 1919 | Teunis Bunt | 1875 | 1 | 0 |
Tekst: Quirinius van Dorp
Geef een reactie