LSG 2 koploper in de eerste klasse

Na een zeer spannende wedstrijd is LSG 2 door een 5,5-4,5 overwinning op DSC Delft 1 de trotse koploper in de eerste klasse. In de voorbereiding werd er vooral gesproken over de nieuwe corona maatregelen. Controle bij de ingang, de bar, digitaal of op papier, wie doet er mee en zijn er bij DSC ook weigeraars (Ruud, je bent altijd weer welkom! We missen je). Gelukkig hebben we een scherpe teamleider die tussen dit coronageweld een briljante opstelling wist te bedenken. Tenminste, dat scherp en briljant wordt uiteraard achteraf bepaald. Ik heb wat witte zakdoekjes onder de tafel gezien tijdens de wedstrijd.
Op basis van de twee opstellingen beloofde het een spannende strijd te worden. Wat rating overwicht op de hogere borden bij Delft en op de midden en lagere borden waren wij in het voordeel.

Zelf kwam ik op bord 7 (de teamleider vond dat ik na mijn mindere prestatie in Hoogeveen geen hoger bord verdiende. Tja hij is de baas…..) met wit vrij snel in het voordeel. In een trendy variant van de Caro-Kann speelde mijn tegenstander twee mogelijke opstellingen tegelijk. In combinatie was dat echter geen succes en wit kwam al snel gewonnen te staan en toen zwart mat ging, werden de handen geschut. Mijn sympathieke tegenstander kwam na de partij snel tot de conclusie dat hij dit maar eens moest bekijken.

Naast mij op bord 8 verslikte de tegenstander van Jorgen zich in de opening en speelde een Engelse aanval met Lg5. Omdat hij dit echter snel op het bord toverde, was Jorgen bang voor een voorbereiding. Jorgen kwam met zwart echter snel beter te staan en toen hij geen plan meer zag, gaf hij remise in een betere stelling.
Op bord 3 speelde Alexander tegen de gevaarlijk (pokerende) Dennis Ruijgrok. Alexander kwam in een Sveshnikov terecht waarin zwart de typische breekzet …f5 langer uitstelde dan normaal. Alexander meende met Df3 te kunnen profiteren, waarop Dennis na een halfuur denken offerde met …b4. Met paard slaan is goed voor wit, met pion verliest eigenlijk meteen. Ruijgrok deed na Alexander zijn fout nog twee pionnen in de aanbieding, wat waarschijnlijk niet nodig was ook al bleef Alexander verloren staan. Wonder boven wonder overleefde wit  en na dameruil en de teruggave van wat pionnen werd de vrede getekend. Een behoorlijke meevaller voor de verslaggever die na de opening op een nul rekende.

Eelke kwam op bord 4 met zwart prima uit de opening. Zijn commentaar: “Veel beter na de opening maar toen ik eindelijk iets actiefs zag, g5, f5 hielp ik mijn stelling om zeep. Gemist dat zijn dame na Lh2-e5, Df3-f4 (Lh6) na h2 kon. Daar stond natuurlijk eerst de loper. Flinke visualisatie fout dus. In de slotstelling zijn al mijn koningsvleugel pionnen zwak (h4, f5) en bovendien heb ik nog gaten ook op de e-lijn. Niet alleen e5 maar ook e6 na iets als Pb3-Pc5. Tenslotte had hij nog gewoon de e-lijn. Kortom ik was erg blij dat ik van die stelling af was.” Zo kwamen we met 2,5-1,5 voor.

Uit de opening koos Kedem op bord 5 met wit een wat timide opzet waarbij zwart ervoor koos om de doorbraak E5 te forceren ten kostte van een zwakte in het centrum. Hierin was hij niet op tijd om spel op de damevleugel te verhinderen en werd Kedem strategisch overspeeld. In nood koos hij ervoor om het spel op de koningsvleugel te openen, wat vermoedelijk fataal had kunnen zijn. In de praktijk bood het echter de kans om stukken te ruilen waarna de zorgen verdwenen en er spoedig remise werd afgesproken. Een meevaller zodoende die de stand op 3-2 voor bracht.

Het werd 4-2 door een prima overwinning van Jan op bord 9. Hij kwam na de opening gelijk te staan, maar had wel een licht initiatief. Na de 17e zet had zijn tegenstander een stuk moeten verliezen. Daar Jan veel tijd had gebruikt zag hij dit niet, maar hij zag wel de weg naar een gewonnen eindspel. Na een schaakje met de toren op b7 kwam zijn koning in het centrum terecht. Dat werd mat of stukverlies . Hij gaf het daarom ook op. Had hij niet met zijn Koning naar het centrum gegaan was Jan zijn  b-pion gaan rennen naar de overkant wat ook een stuk zou kosten.

Verder zag het er niet al te best uit. Raoul stond een pion achter maar had wel wat spel, Michiel zijn tegenstander had een gevaarlijke vrijpion maar Michiel had wel het loperpaar en Peter op bord 6 en Wim op bord 10 stonden zeer zorgelijk.

Peter zijn tegenstander speelde de opening creatief en snel. Peter ging al snel in de denktank en verbruikte veel tijd om het goede plan met zwart te vinden. Dat lukte hem en zwart leek met het loperpaar voldoende compensatie te hebben voor de verloren pion. Door een vreselijke blunder kwam Peter echter in een ongelijk lopereindspel dat erg ongelijk was terecht. De eerste nul van de dag was een feit en dit bracht de stand op 4-3 in ons voordeel.

Raoul op bord 1 heeft zijn eigen partij van commentaar voorzien.

Een mooie meevaller die het eerste matchpunt opleverde. 5-3.

Bij Michiel op bord 2 stond het lange tijd gelijk maar de verslaggever had wel het gevoel dat nauwkeurig spel van Michiel nodig was om de remise te maken. Na een afwikkeling met dameruil kwam onderstaande stelling op het bord.

De makkelijkste weg naar remise is 47…Kf7 48. Lxg5 Ld4 49.Le3 Lf6 50.Lc5 Lg5 en wit blijft in een eeuwige penning zitten. Afwijken heeft geen zin: 50.Kf4 e5+ 51.Kf3 (Kf5?? Ld7 mat) Le7 52.Lf2 Lg5 etc.

In de partij kwam er onder tijdsdruk een ongelijk lopereindspel op het bord met wit een g-pion meer, dat verloren bleek te zijn.

Als laatste was Wim nog bezig. Onderstaand zijn eigen commentaar wat ik niemand wil ontzeggen.

“Na enige bezinning doet mijn partij mij nog het meest denken aan sommige adviezen en overheidsmaatregelen waar we het laatste anderhalf jaar mee te maken hebben gehad. Er lijkt niets aan de hand, maar ineens (Pf5!) stort de hele boel in. Je probeert van alles, hebt geen idee wat goed of fout is, maar kan niet meer dan je best doen. Net als alles mee lijkt te vallen en de schade binnen de perken is, valt de grond opnieuw onder je voeten weg en sta je wederom met je rug tegen de muur. Na nog meer zweetwerk en flink wat geluk lijkt remise dan toch weer binnen handbereik. De tegenstander gaat akkoord met herhaling van zetten en ineens is er grote opluchting. Totdat iemand nuchter aangeeft dat het nog steeds verloren was. De hele tijd dus eigenlijk al, ondanks al die ogenschijnlijke ontsnappingen.
Hopelijk gaan De Jonge en consorten beter om met de problemen dan ik deed. Of misschien ontsnappen ze/we  ook wel met remise en is de opluchting nabij…”

Uiteraard met elkaar nog nagenoten bij een Italiaan in Delft. Daar kwamen weer oude verhalen uit de doos over het jaar 2007 toen LSG 1 en LSG 2 in de hoogste klasse speelden. Misschien was het de drank want in deze klasse lijkt nog alles mogelijk met veel teams die van elkaar kunnen winnen.

Martin Roobol

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*