LSG 2 – DSC Delft 1

Vorige week speelde we de thuiswedstrijd tegen DSC 1 gelijk, maar er had meer ingezeten.
Hieronder de verslagen van hun partij van de spelers zelf

Eelke
Na een slordigheidje in de opening besloot ik een kwaliteit tegen pion te geven. Dat pakte goed uit want hij speelde vervolgens vier matige zetten achter elkaar. Met Lc7, Dd6 en Td2 bestookte ik zijn koning. In plaats van efficiënt af te ronden wilde ik met bruut geweld het punt binnenhalen. Toen ik iets miste in de berekening was de grootste lol er van af.
Remise dus.

Andreas
Andreas probeerde met een geïmproviseerde opening de
gevreesde hoofdlijnen van het Catalaans te vermijden. Dat
lukte, maar zo dat hij naar al 10 zetten had kunnen opgeven.
Naar te lang doorspelen gebeurde dit dan op zet 25.

Rudy
Ik kreeg de zoveelste equalizende variant tegen mijn geliefde London.
Op Karpoviaanse wijze probeerde ik wat veldjes te veroveren, maar uiteindelijk had ik alleen een toren op d4 om trots op te zijn.
Dat was iets te weinig om op voordeel te kunnen spelen – de rest van mijn stukken waren bezig om mogelijke entrees van zwarte stukken te voorkomen en eigen zwaktes te dekken.
Aangezien zwart ook een prettige centrale zwakte had, was een deel van zijn troepen ook gebonden aan de verdediging hiervan.
Kortom, toen we allebei geen zet meer vooruit konden of wilden doen, vonden we het welletjes. Remise op mijn voorstel.

Raoul
Ik kreeg vanuit de opening een prettige plus. Achteraf dacht ik dat ik Lg7xc3 b2xc3 misschien had moeten voorkomen, maar dat was niet waar. Op zet 25 had ik het zeer sterke Pxe4; dit wint een pion en een stelling. Als zwart het offer aanneemt verliest hij de dame of gaat hij mat. Ik heb het idee gezien, maar pas 2 zetten later en toen was het niet goed meer. Daarna stond ik nog steeds beter, maar na wat mindere zetten in wederzijdse tijdnood hield ik een stelling over met beide een toren en ongelijke lopers waarin zwart eerder wat beter stond. Hoewel ik toen nog niet overtuigd was van ons matchpunt was het niet verstandig om door te spelen.

Michiel
Ik speelde tegen Dennis Ruijgrok, tegen wie ik een aantal jaar geleden een stuk weggaf in een gelijke stelling. Ik wilde dus graag revanche. We volgden een partij Caruana – Carlsen uit de WK match van 2018. Carlsen speelde 6….Nxb4 en na 6…Nd4 was ik out of book. Stelling was ongeveer gelijk na 15 zetten. Daarna deed zwart toch wat mindere zetten, zoals Kh8, Rd8 en vooral Bd7. Vanaf zet 16 tot 29 (stukwinst) speelde ik steeds de beste zet volgens SF11. Vanwege wederzijdse tijdnood (bij mij niet: ik had nooit minder dan 2 minuten…) speelde zwart wat lang door.


Albert
Na een rustige opening had ik mijn zwarte dame op a3 geparkeerd, dat leek toen handig.
Een paar zetten later bouwde wit een damevangst in de stelling, die ik pas aan zag komen toen het al te laat was. Pas na lang piekeren en mezelf vervloeken zag ik dat ik mijn dame nog kon redden.
Daarmee liet ik wel een eeuwige aanval op mijn dame toe, daar kon ik inmiddels wel mee leven, maar vooral ook een centrumdoorbraak die me een stuk zou gaan kosten.
Gelukkig probeerde mijn tegenstander deze twee ideeen te combineren, en dat werkte niet. Hij kreeg het deksel op de neus en verloor eerst een pion, toen een kwaliteit en snel daarna de partij.

Peter
Schrijft binnenkort zijn eigen kenmerkende verslag over zijn verliespartij.

Jeroen

Alexander
Voor het verslag: ik kreeg een Pf3-g3 systeem op het bord en reageerde met d5, c6, g6 Lg7 etc. Toen ik redelijk ontwikkeld was dacht ik snel ruimte te kunnen pakken op de damevleugel met a5-a4-a3. Analyse geeft aan dat dit met nauwkeurig spel inderdaad een klein minnetje voor zwart is. Ik overschatte m’n stelling en ging er te hard in, verloor de pion, en moest toen gaan rommelen. Uiteindelijk stond ik toren tegen pionI en sterke loper achter in het eindspel, maar de stelling was met zoveel zwakke pionnen onmogelijk houdbaar. Kansloze zwartpartij. Op naar de volgende.

PS opvallend genoeg hebben mijn tegenstander en ik allebei een simpele truc gemist (“weglokken + hout”, stap 3) waarmee ik de pion ook in een later stadium nog vast had kunnen houden, wederom met voordeel. Die variant zal uiteraard in de PGN zitten voor het verslag, als het er komt.

Jan
Ik kreeg een partij met wisselende kansen. Ik kwam niet echt goed uit de opening, maar kwam daarna iets beter te staan. Ik won een pion tegen compensatie. Ik dacht dat ik de pion moest teruggeven (zet 25), maar ik had een betere zet (Pd5) die ik gemist heb. Daarna laveerde de partij tussen iets beter en iets slechter. Toen mijn tegenstander een kans op licht voordeel niet pakte, op zet 43) deed ik dit wel. Ook in het eindspel met beide een toren, een paard en een gelijk aantal pionnen kwam ik beter te staan, maar vond de juiste voortzetting niet op zet 47. De stand was toen 4,5 – 4,5 en dat gaf toch (te)veel druk. Ik liet torenruil toe, stond toch nog iets beters maar ik zag de winstvariant niet op zet 63 toen mijn tegenstander met mijn pion op b7 zijn Paard op zet 62 naar c6 speelde in plaats van naar d7 wat remise was. Remise werd het dus toch. Hieronder mijn partij:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*