Lichtelijk teleurgesteld, maar niet terneergeslagen
Na afloop van de de KNSB-wedstrijd En Passant-LSG IntelliMagic zaten wij bij de plaatselijke Chinees. Of was het een Aziatische bistro? Hoe dan ook, de titel van dit verslag is de zin, waarmee Jan ons gevoel na de wedstrijd samenvatte. We hadden een punt aan de wedstrijd overgehouden, maar er had meer in gezeten.
De wedstrijd begon goed, want ik kon al snel de score openen tegen de zieke Richard Vedder. Ik dacht dat het een partij uit één stuk was, maar dat gevoel verdween snel toen ik er een willekeurig schaakprogramma op losliet. De analyse laat zien wat er fout ging. Ook wat er goed ging trouwens.
Edwin was als tweede klaar. Hij had beslissend voordeel tegen grootmeester Guliyev, maar het zwarts paard was lastig en de wits tijd krap. Nadat zwart g6 kon spelen was de lol er een beetje af en werd de vrede getekend. In het eerste hebben we de afspraak dat degene die als eerste remise speelt het verslag moet schrijven. Dat betekent dat die taak vaak op dezelfde schouders terecht komt. Voor deze ene keer werd besloten dat we de bijzin ‘die als eerste remise speelt’ buiten beschouwing zouden laten. Gelukkig geeft Edwin tekst en uitleg bij zijn partij: “Guliyev was een van de weinige spelers waar ik geen rekening mee had gehouden op bord 7 en me dan ook niet op had voorbereid. Ik was in de opening al veel tijd kwijt omdat hij een zet deed (6…Db6) waarvan ik wist dat het eigenlijk niet hoorde te kunnen. De ‘weerlegging’ 7.Le3 wist ik ook nog, maar kon het vervolg toch niet meer voor de geest halen. Het blijkt ook niet zo eenvoudig als ik dacht en de keuze voor het veiligere alternatief was dan ook wel verstandig. Nu kwamen we in een stelling terecht die ook uit een Najdorf kan komen. Dit bleek hij wel wat beter te kennen dan ik waardoor ik al snel meer dan een half uur achter stond op de klok. We komen erin na 12…Pce5.”
Jan-Willem ging verrassend ten onder tegen Bosboom, die een soort drierijensysteem speelde in combinatie met zijn standaardzetten h7-h5-h4. Computers zijn altijd enthousiast over de witte stelling, maar zwart staat om in moderne voetbaltrainerstaal te spreken ‘compact’. Na 17.h3 en het ruilen van de zwarte lopers kwam wit in de problemen. In het vervolg was 24.e5 gedwongen, maar na dameruil was de witte stelling al kritiek en Bosboom bleef sterk spelen.
Michiel speelde 2…a6, maar kwam toch goed te staan tegen Wantola. Zijn analyse laat zien dat hij voordeel had kunnen halen, maar de variant was niet eenvoudig te vinden.
Jan won met ogenschijnlijk gemak van Van der Griendt. Als het spel gemakkelijk oogt, dan is het vaak sterk. Zo ook hier. Jan geeft er het volgende grootmeesterlijke commentaar bij: “In een redelijk onschuldige variant van het Schots werden op zet 7 de dames geruild en op zet 11 stond wit gewonnen. De eerste fout was Lb4+ gevolgd door Lxd2+. De stelling die hierna ontstaat is op de positie van de koning en paard compleet symmetrisch. Niet het gebruikelijke noord-zuid symmetrisch maar noord-west – zuid-oost. Het verschil is enorm, zwart moet nog 3 zetten doen om zijn koning en paard op dezelfde velden te krijgen (Pe7-g6 en Ke7). Dit betekent dat wit wel de controle over c5 heeft maar zwart de controle over f4 waarschijnlijk nooit zal krijgen. Toen dxe4 kwam was de structuur ook nog in wits voordeel en kon de loper naar c4 terwijl die van zwart geen velden heeft. De rest van de partij was op mijn tijdgebruik na goed onder controle.”
Ik zou zeggen: speel de partij na met dit commentaar in gedachten.
Deze voorsprong was van korte duur, want Casper verloor van Buckels. Er leek in het Londen-systeem weinig aan de hand, totdat Casper met 13…b4 een pion offerde. Helaas bleek de compensatie onvoldoende en kon Casper ondanks verwoede pogingen het tij niet keren.
Jelmer won met zwart van grootmeester Feygin. Ook dat was een partij uit één stuk, ware het niet dat de engine na Jelmers 35e zet even naar de verkeerde kant uitslaat. Met 36.Txg8 Txg8 37.Pf4 kan wit een stuk winnen. Hoe dan ook een prachtig resultaat!
Met nog drie partijen te gaan, vreesden wij het 5-5 ging worden en dat gebeurde ook. De remise van Predrag tegen Henk Vedder was de eerste tegenvaller. Predrag bereikte groot voordeel, maar dat verzandde na 24…Tf8 in plaat van 24…Te5. In het eindspel kwam hij weer in het voordeel, maar Vedder verdedigde zich aalglad en bereikte een theoretisch remise-eindspel.
Arthurs remise was een nog grotere tegenvaller. Hij kreeg moderne verdediging tegen zich en daar weet hij altijd wel raad mee. Arthur had de hele partij groot voordeel, dat hij bijvoorbeeld met 30.Lc4 had kunnen verzilveren. In het eindspel was het al niet eenvoudig meer. Tegenstander Lucas van Foreest gaf Arthur nog een kans, maar het winnende 46.Tf4 was moeilijk te vinden.
Voor de derde keer dit seizoen was Mark Haast het langst bezig. Tegen Friso Nijboer kwam hij al vroeg in de problemen, verloor een pion, kwam in tijdnood even terug in de partij (35.Pf2! maakt ongeveer gelijk), maar kon het uiteindelijk niet bolwerken.
Een punt is beter dan de voorgaande drie wedstrijden, maar gezien het wedstrijdverloop lichtelijk teleurstellend.
Tot slot nog de uitslagen op een rij:
| En Passant 1 | LSG IntelliMagic 1 | |||
| M. Bosboom | 2411 | J.W. de Jong | 2411 | 1 – 0 |
| V. Buckels | 2452 | C. Schoppen | 2519 | 1 – 0 |
| J.W. van de Griendt | 2360 | J. Smeets | 2578 | 0 – 1 |
| H. Vedder | 2346 | P. Nikolic | 2567 | ½ – ½ |
| L. van Foreest | 2539 | A. Pijpers | 2467 | ½ – ½ |
| R. Vedder | 2273 | M. van der Werf | 2367 | 0 – 1 |
| N. Guliyev | 2541 | E. van Haastert | 2452 | ½ – ½ |
| M. Feygin | 2457 | J. Jens | 2402 | 0 – 1 |
| F. Nijboer | 2461 | M. Haast | 2379 | 1 – 0 |
| I. Wantola | 2350 | M. Bosman | 2348 | ½ – ½ |
| 2419 | 2449 | 5 – 5 |
We hoeven niet elk jaar kampioen te worden, of sportploeg van het jaar in Leiden… belangrijk dat het bloeden gestopt is. Met zoveel ruimte voor verbetering toch een 5-5 is helemaal niet zo verkeerd!
Even voor de goede orde: de uitreiking van de Sportprijzen over het jaar 2019 vindt komende vrijdag plaats. Om daar nu al afstand van te doen… DIOK en ZZ Leiden zijn geduchte concurrenten, maar wij zijn ook Nederlands Kampioen geworden!
Uiteraard worden we sportploeg van het jaar 2019, maar bedoelde dat we die titel voor 2020 wel een keertje aan DIOK kunnen gunnen.
Ik denk dat we de titel dit keer maar eens aan DIOK gaan laten. Een landstitel in het rugby na wat jaartjes is vast meer waard dan ons kampioenschap.
PF Koelewijn’s Pewatronic Grandmaster concludeerde dat Pxe5 (na lang nadenken over het eerder favoriete Ta3) tot remiseachtige stellingen zou Leiden. Henk zelf zag dan alleen gehannes met inferieure eindspelen. Van Tf8 sloeg hij wel een beetje achterover inderdaad. Kaasvraag toch wel of hij remise had moeten nemen met Tb8-b7+ en heen en weer of dat hij inderdaad beter stond. Loei ingewikkeld. Maar binnen drie zetten had Henk al spijt inderdaad 🙂 Kf1 beter dan Kg3?