Leidsch of Lucky Schaakgenootschap 2?

MARKOV?

[verslag: Wim Heemskerk] De trouwe lezer van deze site kan zich wellicht nog het verslag herinneren van LSG2 tegen VAS, onze tegenstander in de eerste KNSB-ronde van dit seizoen. Met ontzettend veel mazzel kregen we toen anderhalf punt cadeau en konden we het vege lijf op het nippertje redden met een 5-5 gelijkspel. In ronde 2 werden we kansloos afgedroogd door Paul Keres 2, maar afgelopen zaterdag was het geluk weer helemaal terug en kregen we zelfs twee punten op een presenteerblaadje! Dat was precies genoeg voor een 5½  – 4½ overwinning. Ach waarom het lot meer tarten als twee extra bordpuntjes genoeg zijn om te winnen…
In de wiskunde bestaat er zoiets als de Markov-eigenschap. Dat houdt in dat een kansproces geen geheugen heeft. Als je bijvoorbeeld negen keer achter elkaar met een dobbelsteen een 1 gooit, is de volgende keer de kans op een 1 nog steeds 1/6. De kans wordt niet ineens veel kleiner, omdat de 1 al zo vaak boven gekomen is. Die dobbelsteen heeft ‘geen weet’ van die vorige resultaten. Als het tenminste om een ‘eerlijke’, dat wil zeggen ‘onbeschadigde’ dobbelsteen gaat. Ik hoop van harte dat de resultaten van LSG2 ook Markov zijn. Want als het universum rekening gaat houden met de hoeveelheid geluk die we al gekregen hebben, dan gaan we dit seizoen nog erg weinig scoren….

RUSTIG BEGIN

In eerste instantie zou ik helemaal niet opgesteld worden, maar toen Martin nodig was in LSG1, werd ik alsnog opgetrommeld. Op zich geen probleem, ware het niet dat begin van de week een lampje op mijn dashboard ineens begon te knipperen: bandenspanning te laag. Ok, banden opgepompt en melding gereset. Zo leek het opgelost, maar vrijdagmiddag begon het geknipper weer. Misschien toch lekke band? Langs gegaan bij een Bandenspecialist, maar die kon niets vinden. Het vriendelijke aanbod om voor de zekerheid vier nieuwe banden aan te schaffen heb ik toch maar afgeslagen. Voor mijn sceptische teamgenoten, ja, zolang het niet om een remiseaanbod gaat kan ik echt wel een aanbod afslaan.

Zaterdag toch maar gewoon in mijn auto gestapt, maar ik kon het niet laten krampachtig naar het dashboard te blijven turen. Het lampje bleef gelukkig uit en zo kon ik toch nog gewoon op tijd mijn eerste zet doen. Het zouden er echter niet veel worden. Na twaalf zetjes theorie speelde Van Tellingen een zet, waarvan ik wist dat het niet de main line was. Geen slechte zet, maar gewoon een redelijk alternatief t.o.v. de topspot. Enerzijds wist ik dat zijn zet bestond en redelijk vaak gespeeld was, maar anderzijds realiseerde ik me dat ik niet wist wat de  beste reactie van wit nu was. Na afloop bij de Italiaan (matige eettent trouwens) vroeg iemand wat voor mij het grootste verschil is tussen het schaken nu en vijftig jaar geleden. Nou, vroeger was er nauwelijks openingstheorie en probeerde je domweg in al je onkunde een goede zet te vinden. Tegenwoordig probeer ik me voornamelijk te herinneren wat de theorie nou ook alweer zegt en erger ik me als ik niet meer weet hoe het verder gaat. “Huiswerk niet goed gedaan!” echoot het dan door mijn hoofd, gevolgd door wat scheldwoorden die ik voor me zal houden. Hoe dan ook, na een minuut of tien ‘denken’ koos ik voor een normaal ogende, maar wat later bleek niet optimale zet. Van Tellingen antwoordde vrijwel meteen en voegde daaraan toe “ik bied trouwens remise aan”. Hmm, de wedstrijd was nog geen half uur bezig en ik word alweer op de proef gesteld. De exacte stelling kende ik niet meer, maar daar maakte ik me niet zo druk om. Wat meer door mijn hoofd spookte was dat ik dan natuurlijk het verslag moest maken. Daar heb ik zo mogelijk een nog grotere hekel aan dan een remiseaanbod afslaan. Plus dat ik dan de rest van de wedstrijd plaatsvervangend captain moest spelen en daar heb ik bijzonder slechte ervaringen mee. Als ik me goed herinner zijn de laatste twaalf wedstrijden met mij als captain allemaal verloren gegaan. Goed, daar zat een seizoen met LSG2 in de Meesterklasse bij en het is ruim 15 jaar geleden, maar toch… twaalf nederlagen zonder een enkel gelijkspel, dat voelt niet prettig. Na kort overleg met onze enige echte captain kreeg ik toestemming het aanbod aan te nemen en zo stond er al heel snel een eerste resultaat op het wedstrijdformulier.

Het tweede resultaat liet niet snel op zich wachten. Eelke leek een heel prettige stelling te hebben, maar wel zo eentje waarbij je nog 40 zetten moet manoeuvreren om echt wat te bereiken. Je kent dat wel, loperpaar, ruimte overwicht, maar geen breekzet met pion op korte termijn. Pas na lang voorbereiden was er misschien iets mogelijk met f2-f3-f4 (-f5) en dan g2-g3-g4-g5. Zwart kon tegen dat plan alleen maar keepen, maar had verder geen duidelijke zwaktes. Eelke zag dat er op korte termijn een blokkerend zwart paard op d6 zou komen en taxeerde dat als voldoende stevig. Hij liet dan ook een zetherhaling toe en De Rover ging daar gretig op in.

1-1 MET BIJNA ALLEEN MAAR DONKERE WOLKEN

Ik zag inmiddels mijn dertiende nederlaag al aankomen. Marnix en Alex stonden prima, maar bij Jacob, Andrès, Bram en vooral Raoul en Michiel leek het helemaal verkeerd te gaan. Richard stond marginaal wat beter, maar zonder hulp van de tegenstander leek me dat geen vol punt te kunnen worden. Na drie uur spelen leek een nederlaag in de richting van 6½-3½ of zelfs 7-3 niet ondenkbaar.

OP VOORSPRONG, MAAR NIET BLIJ

Rond vier uur tekende Alex voor een vol punt en kwamen we voor met 2-1. Geerke had gekozen voor een wat slappe Londen-aanpak (pleonasme?), maar vooral zijn pionnenstructuur oogde dramatisch. Geïsoleerde pion op d4, open koningstelling met h2-g3-f4 zonder bescherming van een loper, maar vooral het steunpunt op e4 voor een zwart stuk betekende groot voordeel voor Alex. Hij speelde het beheerst uit en wikkelde uiteindelijk af naar een gewonnen pionneneindspel. Bravo! Normaal gesproken zou deze voorsprong opluchting moeten geven, maar ik had het punt in gedachten al geteld en nu was er eigenlijk een bord minder om vrolijk van te worden. De rest zag er bijna allemaal zo dramatisch uit….

SST, NIET VERDER VERTELLEN

Jacob vroeg om in het verslag niets over zijn openingsrepertoire te verklappen, maar ik kan toch niet nalaten te vertellen dat zijn behandeling van de Spaanse Chigorin niet optimaal was. Vooral niet toen de stelling na de opening Scandinavische trekjes begon te vertonen. Jacob reageerde niet optimaal na de witte opstoot e4-e5 en na ruil van wat centrumpionnen en lichte stukken resteerde een Franse pionnenstructuur met e6-d5 en een witte blokkade op e5 en d4. Allemaal zware stukken en normaal gesproken is de zwakte van e6 dan niet dodelijk. Jacob had zijn h-pion echter opgespeeld naar h5 en zijn g-pion was na wat omzwervingen op f4 terecht gekomen. De oorspronkelijke pion van f7 was helemaal nergens meer te bekennen. Althans niet op het bord. Van Hesselingen combineerde handig de kwetsbare zwarte koning met de zwakte van e6 en Jacob kon het begrijpelijkerwijs niet lang bolwerken. Zo werd het 2-2 en meer onheil diende zich aan.

CRISIS, WHAT CRISIS?

Even twijfelde ik tussen deze titel van een LP (ja, ja, opa Wim draait al heel lang mee) van Supertramp en “Always look on the bright side of life” van Monty Python. Maar “the bright side” was rond half vijf nog niet in zicht en ik had alleen maar gevoelens van “crisis”. Dat sloeg echter heel snel om. Raoul had in de opening voor zijn bekende scherpe aanpak van het Nimzo-Indisch gekozen (zou ik niet durven), maar haalde, naar eigen zeggen, wat dingen door elkaar. Op een geven moment stond hij zonder enige compensatie een pion achter en zwart had volledige controle over veld c4, de witte Achillespees in die Sämisch-structuren. Zonder blikken of blozen bood hij remise aan (zou ik ook niet gedurfd hebben), maar Keetman weigerde uiteraard. Na enige tijd ontstond de volgende stelling. Het commentaar is van the man himself.

Dat was een bijzonder welkom cadeau, maar De Waagtoren was nog niet klaar met uitdelen. Om het leed voor ze te verzachten, moet ik misschien kort zijn over de partij van Michiel. Maar als ik dat in hetzelfde tempo doe als waarmee hij zijn eerste tien zetten uitvoert, wordt het alsnog een langdurige kwelling voor ze dus laat ik maar gewoon vlot het hele verhaal vertellen. Na twintig zetten had Michiel nog een minuut op de klok en zijn stelling was dramatisch. Alex probeerde bij de Italiaan van Michiel de afspraak te ontlokken dat hij voortaan niet meer dan 45 minuten mag besteden aan zijn eerste 20 zetten en de eerste 10 zetten sowieso snel moet spelen. Nadenken en tijd verspillen als je de theorie kent is gewoon onzin. Michiel ging na veel tegenstribbelen akkoord, maar ik ken hem al heel wat langer dan vandaag en zou er mijn geld niet op inzetten… Wat er in de partij gebeurde is met geen pen te beschrijven en Agter, zijn tegenstander, kon alleen maar murmelen dat hij nu toch ging stoppen met schaken. Dat gevoel kennen heel wat meer schakers, maar uiteindelijk gaan we toch gewoon door…

DE LAATSTE PARTIJEN

Ineens stonden we met 4-2 voor in plaats van met 4-2 achter! Marnix stond nog steeds prima en Richard leek al een hele tijd remise-achtig. Bij Bram en Andrès zag het er minder rooskleurig uit, maar allebei waren ze nog aan het bikkelen voor een halfje. Bij normaal vervolg leek een minimale winst van 5½-4½ zeker haalbaar. Maar in hoeverre mag je een normaal verloop verwachten als er net twee partijen geweest zijn met een onwaarschijnlijke afloop?

Bram moest vlak voor vijf uur de handdoek in de ring gooien. Hij had lange tijd meesterlijk gespeeld, maar zijn tegenstander was in dit geval grootmeester Reinderman en dat bleek net een maatje te groot. Na afloop vertelde Reinderman dat ze vrij lang een partij Giri-Warmerdam gevolgd hadden en dat hij, Reinderman, die uitvoerig geanalyseerd had. Desondanks behield Bram met degelijk spel voor lange tijd een gelijke stelling. Hieronder staat het moment, waarop onze held verkeerd greep.

Na 29…Dg2 30.T3h2 verloor zwart uiteindelijk een pion en een tijdje later ook de partij. Een nul is altijd hard, maar deze is er zeker geen waarvoor Bram zich hoeft te schamen. 4-3 voor de onzen.

Hierna mocht Marnix het eerste matchpunt binnen tikken. Vanuit de opening had hij steeds een plusje gehad en hoewel er onderweg ongetwijfeld alternatieven waren wist hij dat langzaam maar zeker uit te bouwen tot groot voordeel. Met beide spelers in tijdnood kreeg hij twee torens op de zevende rij en een machtige loper op d5. Na de opmars e5-e6 kon Van Weersel de inval op f7 niet meer stoppen en gaf op.

Een mooi vervolg na zijn prima resultaat op het EK voor teams!

Nu was er nog een halfje nodig. In ruil voor een pionnetje had Richard inmiddels een sterke vrijpion op d6 gefabriceerd en met allebei een toren en een dame kon Van Liempt weinig anders dan de pion passief blokkeren met een toren op d7. Zodra die toren actief probeerde te worden op de f-lijn dreigde Richard weer d6-d7 en moest zwart weer terug naar d7. Een zetherhaling was onvermijdbaar en heel LSG2 sprong een gat in de lucht dat nu ook het tweede matchpunt een feit was.

Als laatste was Andrès nog aan het zwoegen. Zoals wel vaker koos hij voor het Oud-Indisch, het bedeesde oudere broertje van het Konings-Indisch. In de reclamepraatjes van het OI wordt vaak de partij Averbach-Kotov (Zurich 1953) genoemd, maar de praktijk is bijna altijd heel wat minder spectaculair. Zwart heeft vanuit de opening gebrek aan ruimte en moet nauwkeurig spelen om overeind te blijven. Andrès deed dat zeker, maar het probleem is dat wit onbeperkt kan blijven proberen en manoeuvreren en weer opnieuw proberen. De Ruiter deed dat heel geduldig en na veel geschuifel en gedraai had hij zijn drie zware stukken op de f-lijn en barstte de bom op e5. Uiteraard precies op het moment dat de zwarte stelling dat net niet kon hebben. Even later stond er een witte toren op f7 en kon Andrès opgeven.

VOORAL NIET MEER OMKIJKEN

Na dit verslag lijkt het me verstandig niet meer aan deze wedstrijd terug te denken. We hebben volkomen onterecht gewonnen, maar er staan gewoon twee matchpunten in de scoretabel en niemand kan aan die tabel zien hoe ze tot stand gekomen zijn. Ook aan mijn terugreis word ik liever niet herinnerd. Gefixeerd op het dashboard merkte ik ineens dat ik op een afslag richting Hoofddorp terecht gekomen was. Geen weg terug en dat leverde een half uur een extra reistijd. Dat was langer dan mijn hele partij geduurd had! Maar …. het lampje voor de banden is niet gaan branden.

Over twee weken alweer de volgende wedstrijd.

2 reacties op “Leidsch of Lucky Schaakgenootschap 2?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*