Herinneringen aan Ruud Mieremet
Er zullen maar weinig LSG’ers zijn die de avond hebben meegemaakt. Het was ergens in de jaren ‘90, en we speelden in de Leidse binnenstad, in de grote zaal van het Antonius clubhuis. De klokken tikten, en verder was het stil.
Toen stond er plotseling iemand op. Ruud Mieremet. “Heren, mag ik even jullie aandacht? Kunnen jullie de klokken stilzetten? Ik heb een mededeling.”
Tien seconden later waren alle klokken gestopt. Het was nog stiller dan daarnet en iedereen keek naar Ruud. Toen kwam de mededeling: “Ik ga nú een biertje halen.”
Het was slechts een van de vrolijke verhalen die vorige week weer naar boven kwamen. We stonden met een groepje bij elkaar, een stuk of zes 55-plussers aan de bar van het Denksportcentrum. En we realiseerden ons: wij waren waarschijnlijk de enigen die Ruud nog hadden meegemaakt.
Middelpunt
Dat voelde onwerkelijk, want vroeger wás Ruud LSG. Het gezicht en het middelpunt. Iemand die het voor elkaar kreeg om het Noteboomtoernooi om te vormen van een verzameling vierkampen naar het eerste Nederlandse weekendtoernooi. Iemand die de gastheer was bij iedere teambespreking, achter zijn eigen bar in zijn eigen studeerkamer. En iemand die applaus scoorde als hij om 20.30 uur alle klokken liet stilzetten. Omdat hij bier ging halen.
Dat bier vormde een rode draad. Als ik in zijn buurt zat te analyseren, stond er meteen een enorm glas naast mijn bord. Nu heb ik een hekel aan alcohol, en hij moet hebben geregistreerd dat ik er iedere keer maar twee slokken van heb genomen. Maar voor hem was dat niet relevant, want het paste niet in zijn wereldbeeld. Alcohol stond voor gezelligheid, en glazen bier vormden de eenheid waarin kameraadschap werd uitgedrukt.
Ik herinner me Ruud vooral als teamleider, een teamleider met een tomeloze inzet. Ooit speelden we een uitwedstrijd, tegen een Tilburgse club. Ik brak af in een moeilijk loper-eindspel en dus moest ik de zaterdag erna terug naar Tilburg om verder te spelen. Geen probleem, want natuurlijk gaf Ruud me een lift. Het was alleen jammer dat ik alle analyses al na tien minuten was vergeten, en dat ik na een kwartiertje alsnog kon opgeven. Maar de sfeer op de terugweg was uitstekend, want Ruud nam me niets kwalijk. “Je moet gewoon bier leren drinken; dan komt het nog best goed met je.”
Einstein
Afgelopen zaterdag liep ik nog even langs café Einstein op de Nieuwe Rijn. Vroeger maakte Ruud daar deel uit van het meubilair – letterlijk. Op een van de stoelen was een verguld plaatje geschroefd: ‘Mr. Heineken, Ruud Mieremet’. Jarenlang heb ik daar mijn koffie gedronken, op Ruuds stoel. Maar helaas, het meubilair was blijkbaar vervangen, en niemand wist wat er met de stoel was gebeurd. Geen wonder, de meisjes achter de bar waren hooguit twintig.
Vandaar deze laatste herinnering aan Ruud – voordat ook dit stukje voorgoed uit het zicht verdwijnt.
Voor mij heel herkenbaar Peter. Ooit was Ruud de leidinggevende van zowel Leon Konings als mij bij Heineken. Prominent aanwezig op onze kamer een schaakklok en bord met stukken, zodat er gespeeld kon worden om wie het bier moest halen.Bij zijn afscheidsdienst waren o.a. Leon Konings en de voor mij ook bekende (oud) Heineken medewerkers Leonie Geenen en Aad v.d. Wal sprekers.
Bij het door jou genoemde Einstein is volgens mij zijn zoon, Ruud Mieremet junior, nog altijd de bedrijfsleider.Liefde voor gezelligheid, lekker eten en een drankje zit bij de familie volgens mij gewoon in het DNA.