Een kleurrijk verleden in zwart-witte tekeningen
Van je hobby je beroep maken. Voor velen van ons zit dat er niet in, maar Herman Nauta is het gelukt. In zijn jonge jaren verdiende hij zijn geld met zijn passie, niet schaken maar tekenen. En veel van zijn illustraties zijn terug te vinden in oude clubbladen van LSG.
Af en toe hoor je ze weer: oudere LSG-leden die mijmeren over vroeger. Toen golden er nog normen en waarden, toen hadden mensen nog respect voor elkaar. Let wel: toen. Want kom daar nu maar eens om! Ook tijdens de clubavonden voel je de hedendaagse maatschappelijke omgangsvormen. De verruwing, de verloedering, de definitieve teloorgang.
Was alles vroeger echt zoveel liever en zachter? Het is de vraag. Lees bijvoorbeeld het LSG-nieuws uit de jaren ’70. Dat was de gouden tijd van ons clubblad, maar het was ook de tijd van de polemieken en de scheldpartijen. Met name de bijdragen van prominent lid Henk Smout zouden tegenwoordig veilig worden weggestopt in een extra beveiligde sectie van ons ledendeel.
Een voorbeeld:
Ook stel ik met genoegen vast hoe enkele landgenoten die met een valse rating in dit toernooi waren toegelaten, volkomen door de mand zijn gevallen. Neen, ik noem geen namen, maar er was een melkmuil bij die zichzelf een rating van Elo 2200 had toegedicht en zich enkele ronden voor het einde van het toernooi terugtrok wegens ziekte. De diagnose van de Bieler arts ken ik niet, maar een score van een half uit acht laat vermoeden dat we hier met oorzaak en gevolg van doen hebben. Het zou ook zinloos zijn om hier namen te noemen, want het baasje komt helemaal niet op de Nederlandse lijst voor. Ik begrijp niet waar dit dégénéré het lef vandaan haalt om ondanks zijn ziekte tijdens de laatste ronde zijn struisvogelkuikenskop in de toernooizaal te vertonen.
Maar de sfeer werd niet alleen bepaald door dit soort artikelen. Minstens net zo belangrijk waren de bijbehorende tekeningen. En ironisch genoeg werden die gemaakt door een vriendelijke jongeman die de hoofdrolspelers nooit heeft ontmoet. Halverwege de jaren ’70 studeerde Herman Nauta (1953) Klassieke Talen in Leiden, en ook toen waren studenten op zoek naar bijverdiensten. Voor Herman betekende dat: tekeningen maken.
Hoe ben je met LSG in contact gekomen?
Eerlijk gezegd kan ik me dat niet precies meer herinneren. Ik heb zelf nooit geschaakt, maar wel mijn hele leven getekend en in 1973/74 maakte ik illustraties voor het blad van de Leidse studentenecclesia. Waarschijnlijk heeft Jan Postma die ooit onder ogen gekregen, en Jan was toen de hoofdredacteur van het LSG-nieuws. Maar hoe hij mij weer heeft benaderd… dat zal niet makkelijk zijn geweest. Het was natuurlijk ver voor internet, en in mijn studentenkamer aan de Boerhaavelaan had ik niet eens telefoon. Bovendien ben ik zelf nooit op een clubavond van LSG geweest.
Hoe maakte je dan die tekeningen?
Dat is wel interessant inderdaad. Mijn hele beeld van de vereniging werd bepaald door Jan Postma. In mijn herinnering was Jan een typische jaren-70-hippie, en in zijn appartement aan de Oude Rijn struikelde je over de kunstboeken. Ik vond het erg prettig om met hem te werken, want hij dacht heel visueel. Als hij me een opdracht gaf, had hij die in zijn hoofd al helemaal uitgewerkt. En natuurlijk gaf hij me foto’s van alle prominente leden.
Die prominente leden zaten elkaar wel eens in de haren. Heb je daar iets van meegekregen?
Heel weinig. Natuurlijk, Jan kwam wel eens met een steek onder water. Dan had hij het idee om een van die schakers af de beelden met een kroon op een troon. En op een andere tekening zit hij zelf boven op een bus, als een soort generaal. Eén naam herinner ik me nog goed: Ruud Mieremet. Die moest ik vaak tekenen in gezelschap van naakte vrouwen.
Kreeg je daar wel eens reacties op?
Ruud zelf kon het waarschijnlijk wel waarderen. Want toen hij ging trouwen, vroeg hij mij om een tekening te maken op zijn huwelijkskaart. Helaas, ik heb die tekening toen per post naar hem opgestuurd – en daar is hij vervolgens zoekgeraakt. Geen idee hoe Ruud dat heeft opgelost.
Gebeurde zoiets vaker?
Helaas wel. Na een paar jaar begon ik ook tekeningen te maken voor Hervormd Nederland. Ook die verstuurde ik per post, en ook die kwamen niet altijd aan. Dat hebben we toen creatief opgelost. Een van de redacteuren nam iedere dag de trein van Alphen aan den Rijn naar Den Haag. Op dinsdagochtend stond ik hem dan om 8:00 uur op te wachten, als hij in Leiden overstapte. Zo kwam de tekening tenminste heelhuids aan.
Je ging dus ook tekenen voor andere bladen. Hield je toen op met het LSG-nieuws?
Ook dat kan ik me niet goed meer herinneren. Maar ik kan me niet voorstellen dat ik Jan heb laten zitten omdat ik een ander baantje had. Je moet rekenen: ik kreeg voor iedere tekening ƒ10,- en zodra het ingewikkelder werd – zoals het graf van Daniël Noteboom – werd dat zelfs ƒ50,-. Tot op de dag van vandaag weet ik niet of Jan een budget had, of dat hij me gewoon uit eigen zak betaalde.
En nu staan al die tekeningen dus bij elkaar op onze site.
Nou, alle tekeningen… ik denk het niet. Dat wat ik jullie heb gestuurd, is alleen wat ik heb gevonden toen ik mijn zolder opruimde. Je moet rekenen: dat blad is in de twee jaar dat ik ervoor tekende, heel vaak verschenen, en ik leverde minstens twee bijdragen per nummer. Misschien dat er in jullie archief nog wel meer is te vinden.
Een oproep aan alle oudere clubgenoten
Herkennen jullie jezelf op een van de tekeningen? En herinneren jullie je misschien kleurrijke details die Herman nooit heeft gehoord? Laat van je horen in de commentaren.
Wordt vervolgd
Pasgeleden heeft Herman ons alle beschikbare tekeningen gemaild. Die zijn nu op deze site te bezichtigen.
Uiteraard! Ruud 🙂 Geniaal. En mooie tekeningen.
Ik kende een aantal tekeningen, maar mooi om er nu veel meer te zien. Prachtig! Is die oplossing van die vissers niet iets voor deze tijden van afstand houden?
Leuk ook om de achtergrond te lezen. Dank Peter voor het verhaal