Een benauwde 5-5 voor LSG 2 tegen DD1

De eerste wedstrijd voor LSG 2 in de Eerste Klasse sinds een aantal jaar is geëindigd in een benauwde 5-5. Held van de dag werd Wim Heemskerk door een zeer ingewikkeld eindspel met een pion minder remise te houden onder toeziend oog van spelers en toeschouwers. Overigens mogen ook Van Wissen, Roosendaal en Coene genoemd worden in de categorie ‘helden’ want hun verdiende overwinningen kwamen op goede momenten.

Het bal werd geopend door Eric van ’t Hof wiens tegenstander in een zeer gelijke stand remise aan bood. Er was hooguit een zet of 20 gedaan na een Engelse opening en Carlsen was met wit zeker nog wel wat gaan doen, maar Van Egmond vond het wel prima zo. Van ’t Hof ook, dus de vrede werd getekend: 0,5 – 0,5

Kort daarop zorgde Van Wissen zelfs voor een voorsprong voor LSG 2 door Prakken in een Spaanse partij keurig van het bord te schuiven in circa 25 zetten. Spelers die Van Wissen een beetje kennen weten dat hij na afloop baalde van 1 slechte zet aan zijn zijde (Dd3) en nauwelijks van 24 vrijwel perfecte zetten eromheen kon genieten. Aangezien Prakken niet optimaal profiteerde van de enige mindere zet van Van Wissen, behield wit een mooie aanvalsstelling en kon hij de boel met Pxf7 geheel en al naar zijn kant zetten: 0,5-1,5.

Op bord 10 moest ik het opnemen tegen Van Zetten.  Een naam waar je in schaakverslagen veel kanten mee op kan. Heerlijke naam ook om in Sinterklaasgedichten op te rijmen. U begrijpt wellicht dat er op schaaktechnisch gebied weinig te melden is. Van Zetten stond een kleine 25 zetten ietsepietsie beter maar dat hoort bij een Stonewall waar we eigenlijk zonder het echt door te hebben opeens in terecht kwamen. Grootmeesters kunnen in dergelijke stellingen een bewonderingswaardig geduld opbrengen maar toen het centrum eenmaal open ging en de stukken geruild werden, was het potremise: 1-2.

 

In korte tijd werden de tafels gedraaid zoals de Engelsen zeggen. Achterhoofd had in zijn bloothoofd een klein beetje de naam “Fedorchuk” zitten en misschien Van der Wiel, maar zat uiteindelijk ‘gewoon’ tegen Blokhuis. Overigens bepaald geen mindere God. Onze man op 1 opende brutaal met het Koningsgambiet en als hij op enig moment het geniepige zetje h3 had gedaan, had hij erg mooi spel gekregen. In plaats daarvan ging er een pion af en ging het snel bergafwaarts. Met fietsen niet erg, met schaken wel: 2-2.

In de LSG 2 groepsapp was de avond ervoor nog gespeculeerd dat als Kuipers in een glitterpak tegen Van der Wiel zou spelen, hij vast en zeker zou winnen. Maar Kuipers had zijn glitterpak niet aan. Een ongekend rampzalige beslissing. Van der Wiel wist als een van de weinige op aarde Kuipers al voor zet 40 / voor de eerste tijdcontrole een nederlaag te bezorgen in een stelling die je inmiddels bij Kuipers als je goed kijkt moet afgedrukt zien in zijn ogen, zoals dat op computerschermen gebeurt als je een foto van 1 blote dame of een fietspomp een week laat staan zonder screensaver: 3-2.

Tot overmaat van ramp liep DD1 zelfs 2 bordpunten uit door een nederlaag van Albert Termeulen op bord 9 tegen Vistisen. De heren bleken elkaar wel vaker getroffen te hebben en alle uitslagen, ja werkelijk alle denkbare uitslagen in het schaken, hoe is het toch mogelijk, waren al eens voorgekomen. Termeulen kreeg in een schijnofferopeningsgambiet een aardige aanvalsstelling. De zwarte koning stond nog in het midden en moest een paard dekken. Schrijf deze zin overigens niet op in een streng dictatoriaal land met een zwarte koning, dat kan een hoop gedoe veroorzaken. Helaas miste Termeulen een enkele goede voortzetting en ik moet toegeven dat Vistisen goed kan verdedigen, want vele zetten waren ‘de enige’: 4-2.

 

Chris Roosendaal bracht de spanning terug. Die was inmiddels al bijna weer bij de A12. Roosendaal kreeg een remiseaanbod, de duizendste overigens in 5 jaar bij DD1, dus er ging ook vuurwerk af en er vlogen glitters door de lucht, maar hij moest (en wilde geloof ook wel) doorspelen met het oog op de stand. Dat doorspelen was meer dan terecht want een toreneindspel met een ver opgerukte pion werd onder dreiging van schaakmat zeer fraai naar winst gevoerd! 4-3.

Martin Roobol speelde tegen Gelpke. Roobol, hoewel zijn naam anders zou kunnen doen vermoeden, krijg je niet zo snel in de gordijnen. Met wit bouwde hij een piepklein voordeeltje op maar een loperzetje naar f1, waar wellicht d3 het juiste veld was, deed het voordeel verdampen. Er resteerde een eindspel waar voor beide spelers hooguit een half punt te behalen zou zijn, dus dat deed men toen ook maar: 4,5-3,5.

 

De ogen gingen vanaf dat moment naar Coene en Heemskerk. De tegenstander van Coene, Marijn Otten, raakte waarschijnlijk wat van de leg door al die ogen. Coene had een prima partij gespeeld met zwart en Otten langzaam maar zeker overspeeld. Op een moment dat zelfs voor schakers met een belachelijk lage rating, laten we zeggen laag in de 2100, volstrekt duidelijk was dat Coene dit zelfs tegen Houdini 37 met blindschaak nog zou winnen, bood Otten remise aan. In dubbel opzicht bijzonder, omdat ook duidelijk was dat Heemskerk misschien remise zou maken …

Coene kon een kleine glimlach niet onderdrukken, voerde nog vijf zetten uit, haalde zelfs nog even een biertje toen hij met een pionneneindspel van 4 pionnen tegen 1 pion voor zich zat en wit met enige overtuiging toch nog een krachtige koningszet uitvoerde, en kon op zet 6 na het remiseaanbod de felicitaties in ontvangst nemen. Het was weer gelijk: 4,5 – 4,5.

 

Wim Heemskerk, held van de dag dus, keek op dat moment tegen Werksma en een moeilijke stand aan. Na een Franse opening, niet geheel onbekend voor Heemskerk, kreeg hij een loper op e6 welke in de volksmond ook wel een ‘veredelde pion’ wordt genoemd. Anderzijds, was het plan voor Werksma nou ook niet heel makkelijk en na uren ploeteren bereikten de heren een eindspel met twee paarden en 3 pionnen voor wit (=Werksma) en een paard+loper+2 pionnen voor zwart. Op dat moment constateerde de wedstrijdleider dat beide spelers al enige tijd zonder koning speelde. Na de correctie ging de partij verder. De missie van Wim was ruilen zonder huilen, hetgeen hem uitstekend af ging. Ook zijn tijdsindeling was ‘uit het boekje’, want hij zorgde er steeds voor dat de tijdsdruk bij Werksma bleef. Misschien hebben we in deze laatste partij een klein beetje geluk gehad, was de 5-5 daardoor toch een beetje benauwd, maar al met al zou een overwinning voor DD1 ook wat onterecht zijn geweest.

 

Na afloop zijn we zowaar gaan eten bij een Thais restaurant in plaats van altijd maar Chinees wat al 1000 jaar hetzelfde is: goor eten met veel te veel zout.  En wie heeft ooit bedacht om na het eten, zelfs na 16 ijsbolletjes als toetje (wat echt niet bestaat in China), ook nog eens een grote bak Hollandse snoep bij de rekening te leggen? Al halen we nooit meer zelfs maar een bordpunt. Voor een hapje Thais in plaats van Chinees zou ik het serieus overwegen.

 

Uitslagen:

DD1 LSG 2 5-5
E. Blokhuis 2321 G. Bloothoofd 2088 1-0
J. van der Wiel 2394 E. Kuipers 2305 1-0
P. Gelpke 2359 M. Roobol 2341 rem
A. Werksma 2198 W. Heldheemskerk 2212 rem
G. Prakken 2189 M. van Wissen 2277 0-1
M. Otten 2118 I. Coene 2199 0-1
R. Dickhoff 2106 C. Roosendaal 2139 0-1
R. van Egmond 2165 E. van ’t Hof 2019 rem
L. Vistisen 2092 A. Termeulen 2099 1-0
M. van Zetten 2138 R. Straver 2136 rem

 

 

 

9 reacties op “Een benauwde 5-5 voor LSG 2 tegen DD1

  1. Opmerkelijk was de geheel eigen interpretatie van de wedstrijdleider van dienst m.b.t. de onlangs door de competitieleider gepubliceerde richtlijn voor mobiele telefoons:

    http://www.schaakbond.nl/knsb/handboek/competitie-en-bekerreglement/KNSB-Competitiereglement%20-%20richtlijn%20artikel%2020.5.pdf

    Kort voor aanvang van de wedstrijd werd iedereen gedwongen zijn mobiele telefoon te deponeren in een en hetzelfde plastic tasje waarmee langs de borden werd gelopen. Dit plastic tasje, met bij elkaar voor een slordige €10.000 aan apparatuur, werd vervolgens naar onbekende bestemming afgevoerd.

    Achteraf heeft iedereen zijn eigendom wel weer teruggekregen, maar dit gaf wel enig rumoer in de speelzaal omdat er nog partijen bezig waren toen het proces van teruggave (graaien in de zak) werd gestart.

  2. Leuk verslag Robert! Eric, die plastic zak bij jullie was het rugzakje dat ik bij me had als captain in Voerendaal. Die tas met inhoud moet je tijdens de middag niet uit het oog verliezen, zo besefte ik mij. 😉

    • Wim, dat is natuurlijk nog een extra voordeel van een non-playing captain. Ik hoop dan ook dat Raoul ook zo’n rugzakje heeft.

      In de wedstrijd tegen DD had de wedstrijdleider zijn besluit tot inbeslagname van de mobiele apparatuur voor de praktische uitvoering gedelegeerd aan de non-playing captain van DD, die op zijn beurt de opslag van het plastic tasje weer delegeerde aan de concierge van het Nationaal Schaakgebouw. Daar was het uiteraard in goede handen.

      Even schrok ik nog wel toen na afloop van de wedstrijd iemand nog zat te wachten op z’n iPhone, terwijl de DD teamleider nog liep te zoeken naar de eigenaar van de laatste Samsung uit de tas. Maar dat is gelukkig allemaal goed gekomen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*