DSC Delft 2 – LSG 3

LSG3 speelde zijn laatste uitwedstrijd in Delft. Onderweg in de trein werd gespeculeerd over hoeveel procent kans we nog hadden op het kampioenschap en vol goede moed liepen we van het station naar de Koornbeurs om daar ter plekke erachter te komen dat we naar de Koornmarkt hadden moeten gaan.

Misschien was dit een omen?! (verslag door Marcel Wubben)

De wedstrijd zelf verliep ongeveer op dezelfde manier. En masse plaatsten mijn dappere medestrijders en ik onze pionnen en stukken op velden waar ze niets te zoeken hadden en omdat onze tegenstanders wel een paard van een loper konden onderscheiden leverde dit bijbehorende uitslagen op.

In vogelvlucht: Peters tegenstander haalde de Schliemann-verdediging uit de kast; niet zo’n goede opening tegen een voorbereide speler maar kansrijk als verrassingswapen. In de praktijk maakte wit een fout die zwart niet voor de eerste keer zag en Peter werd opgeveegd.

Als tweede verloor ik, van Ted Barendse; de opening overleven kostte te veel bedenktijd, bedenktijd die ik tekort kwam toen het spannend werd. De witte aanval sloeg door en 0-2.
Weglopend uit de speelzaal werd ik ingehaald door Albert die me kon vertellen dat mijn nederlaag niet erg was want we gingen allemaal verliezen?!?

Albert zelf was de volgende 0; met zijn nieuwe repertoire op het bord ging er ergens een kwaliteit verloren die door zijn tegenstander soepel in een overwinning werd omgezet.

Richting de tijdcontrole sneuvelden de volgende 2 LSG-ers; Manfred had een partij met wisselende kansen waarbij hij met weinig tijd de juiste voortzetting van zijn aanval niet wist te vinden; toen de aanval weg was resteerde er slechts een rokende ruïne waar geen eer meer aan te behalen viel.
Robin wist na afloop te melden dat hij direct na de opening erg goed gestaan moest hebben; op zet 30 was daar weinig meer van te zien en zijn tegenstander wist het door Robin geïnvesteerde stuk soepel om te zetten in het 5e punt voor DSC, daarmee de teamwedstrijd winnend.

Bij de 3 na de tijdcontrole resterende partijen werd stug door gevochten.
Invaller Eric had zowaar een kwaliteit meer maar daarvoor had zijn tegenstander ruim compensatie; nadat de kwaliteit terug was gegeven resteerde er een dame-eindspel dat door de DSCer nog een tijdje werd geprobeerd maar Eric gaf geen krimp.

De pasgetrouwde Arjo die kort geleden de 2100-barrière heeft doorbroken won een stuk met zijn laatste pion waardoor er het eindspel Toren-Loper tegen Toren op het bord kwam. Hij kwam nog een heel eind, maar zijn tegenstandster claimde 3x dezelfde stelling en dat bleek te kloppen.

Tsja dan is er 1 bord over. Reinier had een paar uur zijn stukken op de achterste 3 rijen bewogen en moest daar de acties van zijn tegenstander afwachten. Ergens greep wit met weinig tijd mis en dat leverde een kwaliteit op. De gesloten stelling zorgde ervoor dat het nog lang duurde, maar uiteindelijk haalde Reinier het volle punt binnen en werd de eer gered.

Hieronder nog een uitgebreider verslag van 2 partijen:

Manfred speelde op bord 7 met wit. De opening kwam bij beide spelers vlot op het bord. In het middenspel koos Manfred niet de beste voortzetting en zwart zette de stukken juist goed neer. Dat leidde tot een beduidend betere stelling voor de zwarte stukken en resulteerde uiteindelijk in een pionwinst. Daarna kreeg wit de kans om op de koningsvleugel druk op te bouwen, eerst werd de stelling weer gelijk getrokken. Daarna liepen de witte pionnen hard naar de overkant onder ondersteuning van de zware stukken en een paard. In die fase waren het de witte stukken die de bovenhand hadden (de evaluatie ging van -2 naar +2). In tijdnood de beoogde zet tot winst niet gespeeld (wel gezien), maar ik dacht nog tijd te hebben om wat meer druk op de zwarte koning te zetten. Helaas was dat niet het beste plan, waardoor zwart zijn stelling weer kon organiseren. De geofferde pionnen kwamen niet meer terug en de winst was een feit voor de DSC-er.

Arjo: Voor mij is de conclusie dat ik mijn mijn eindspelen beter moet bestuderen – ik werd enigszins verrast in de opening waarna we al snel in een gelijk eindspel terecht kwamen. Ik miste allereerst een kans door eerst een pion van mijn tegenstander op te willen halen voor ik met mijn vrijpion ging lopen. Hierdoor simplificeerde de stelling iets te veel. Ik kon alsnog mijn vrijpion in beweging kon brengen zodat ze daar een paard voor moest geven. Het resultaat was toren + loper voor mij tegen toren + twee pionnen voor haar. Daarna speelde mijn tegenstander het niet helemaal handig zodat ik de pionnen vrij eenvoudig op kon halen, en mocht proberen toren + loper tegen toren te winnen. Het lukte om de Philidor-positie te bereiken maar de laatste keer dat ik die stelling bestudeerd heb is >2 jaar geleden, en dat bleek te lang. Ik wist nog vaag welke ideeën belangrijk waren maar kreeg ze niet concreet aan elkaar geknoopt en moest uiteindelijk berusten in remise.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*