De stoel van Jorden
Namens Henk van der Scheer
Het was heerlijk smullen afgelopen zondag, de traditionele opening van het Leidse schaakseizoen. Andermaal was Café ’t Praethuys het kloppend hart. Het organisatorisch centrum voor het Kroeg en Lopertoernooi, editie zestien. ’s Ochtends koffie, daarna bier; en natuurlijk praten, veel praten. Na de zomerstop komen de schakers elkaar sinds lang weer tegen. Café ’t Praethuys is dus de geijkte ontmoetingsplek. Het is, was en bleef smullen. De gehele dag door.
Eigen aan een Kroeg en Lopertoernooi is het lopen van Kroeg naar Kroeg. Café ’t Praethuys kan het duidelijk niet in z’n eentje af. Zo belanden wij, koppel Rob en Henk, bij Café De Twee Spieghels. Het is ronde drie en het zou deze dag een prachtige zonnige dag worden, met een kleine kans op regen. Nou, net tegen die tijd had het eventjes geregend. Café De Twee Spieghels heeft geen eigen terras, maar plaatst legaal enkele tafeltjes en stoeltjes buiten op de openbare weg. Als wij er aankomen zijn de vroege deelnemers bezig de tafels en stoelen te ontdoen van regendruppels. Wij zijn niet te beroerd om de droogdoek over te nemen, en kwijten ons van onze droogtaak. Dan blijkt dat onze tegenstanders hun droogtaak al hebben verricht, wij nemen daarom plaats aan andere tafels en stoelen. Als wij inmiddels aan onze partijen zijn begonnen, arriveren de late deelnemers. Onder de late deelnemers bevindt zich het koppel Merijn en Jorden. Laat nu net Jorden op de keurig door ons van regendruppels ontdane stoel plaatsnemen. Welk een eer valt ons ten deel!
Van tevoren zagen wij op de lijst van deelnemende kroegen een nieuwe naam staan. Van Goyen Jeneverhuis trok mijn speciale aandacht. Jarenlang heb ik met veel plezier aan de Jan van Goyenkade gewoond. In de Lakenhal kijk ik nog steeds met veel plezier naar zijn schilderijen. Maar waarom heet deze locatie vGoyen, vroeg ik me af. Telkens als ik er met mijn fietsje langskwam zag ik het staan, vGoyen, en telkens vroeg ik het me af. Ik was er nog nooit binnen geweest. Maar nu, vandaag, zou het er van komen? Tot de lunchpauze bleef ik gespannen. Maar toen was daar de verlossende melding “We mogen naar Van Goyen Jeneverhuis”. Het was lunchtijd, een extra lange pauze tussen de rondes, wij kwamen dan ook als eersten aan. Door een raam zagen we de schaakstukken in afwachting staan, voor de rest een leeg café. Om de hoek zaten de uitbaters, moeder en zoon, in alle rust te genieten van een zonnige dag.
Wij introduceren onszelf en praten een eind weg. Zij doen voor het eerst mee, en vinden het vroege openen niet erg. Ze vinden het een prachtig initiatief en doen graag mee. De eerste koffie, een oud bakkie, krijgen wij gratis. Verse koffie wordt gezet en tosti’s gaan in het ijzer. Als wij in het steegje zo keuvelen valt mijn oog op een gevelsteen. Het vermeldt: ‘Hier werd geboren Jan van Goyen. vGoyen 1596-1656′. Prachtig, het geboortehuis van Jan van Goyen dus.
Binnen herkennen wij rijen jeneverkruiken. Het café kent zelfs een heuse jeneverkaart. Nu herinner ik me het bestaan van jenever nog uit mijn kindertijd. Wij kinderen dronken ranja, maar de oudjes lustten wel een borreltje. Nieuwjaarsdag op het platteland, dat werd gevierd door een borrel bij de buren te drinken. Jonge Jenever, Oude Jenever en Citroenjenever herinner ik me nog. Zo’n eerste borrel ging van de tafel naar de mond. Maar naar gelang meer buren bezocht waren, werden de handen onvast. Traditioneel werden de borrelglaasjes tot de rand gevuld. Tja, ergens gedurende de dag trad een versoepeling in. De mond mocht naar het borrelglaasje. Tot hilariteit en tegelijkertijd afgrijzen van de vrouw des huizes, zij bleef thuis én nuchter.
Een jeneverhuis, ik wist niet dat het drinken van jenever nog in deze mate bestond. De jeneverstad bij uitstek is natuurlijk Schiedam. De Schiedamse reuzen alleen al – de hoogste windmolens ter wereld – rechtvaardigen een bezoek aan deze oude jeneverstad. Volgens vGoyen is de Leidse jenever geïntroduceerd door Sylvius.
Als wij de verse koffie al bijna op hebben, bedenkt zoonlief dat het wel zo handig is om het ijzer aan te zetten. Zo spelen wij onze partijen toch nog met een tosti in de hand. Overigens, een prima tosti, niets mis mee. In gedachten verzonken overwegen wij onze zetten en kijken onwillekeurig naar boven. Daar, aan het plafond, treffen onze ogen vele reproducties van Jan van Goyens schilderijen. Hoewel niet helemaal scherp, voor mij voldoende reden om ze te bewonderen. De kwaliteit van mijn zetten bleef dadelijk achter.
De vierde ronde was voor Rob eentje om te heugen. Zelf hield zijn partij uit de eerste ronde hem veel meer bezig, zoals we later nog zullen vernemen. In deze vierde ronde wist hij voordeel te behalen, beslissend voordeel. Maar zijn tijd kromp en kromp, ik voorzag een onthutsend eind. In vliegende tijdnood, twee seconden increment!, wist hij zijn partij toch voort te zetten. En goede zetten te blijven produceren. Zijn voordeel verzilverde hij aldus in een zeer zenuwachtige eindspel. Beide spelers moesten nadien diep naar adem happen.
Rob heeft een prima toernooi gespeeld. De eerste ronde verloor hij weliswaar, maar daarna heeft hij zijn goede vorm behouden. Vier keer maar liefst trok hij aan het langste eind. Met een score van vier punten laat hij meer dan de helft van de deelnemers achter zich. Zij allen kijken met jaloerse blikken naar zijn score. Ja, Rob, het mag gezegd worden, jij hebt ervoor gezorgd dat wij nog op een acceptabele plaats in het deelnemersveld zijn terechtgekomen.
Zes punten scoorden we samen. Aangezien iedereen de basisschool wel voltooit, hoef ik mijn puntentotaal niet te noemen. Maar hoor wat mij in ronde vijf overkwam.
Het was een eind lopen, en de lunchpauze was al geweest. Toen wij bij Restaurant ’t Fust aankwamen was het duidelijk wie onze tegenstanders waren. De anderen waren namelijk allemaal aan het schaken. Wij schuiven aan en treffen twee schaakliefhebbers. Wij babbelen nog wat, daar zij het een prachtig schaakgebeuren vinden, net als wij. Blijkbaar starten wij de partijen juist op tijd, want een vermanend ‘ssst’ blijft achterwege.
De eerste zetten verschijnen op het bord, ongeveer in de volgende zettenreeks:
1. d4 g6 2. e4 Lg7 3. Le3 d6 4. Le2 e5 5. dxe5 Lxe5 6. f4 Lg7 7. Pf3 De7
Huh, wat?? ….. ….. ….. Het zal toch niet?? …..
Prisma schaakboekjes van weleer schieten door mijn hoofd. Zeker dat boekje vol miniatuurtjes. Ik raak verward, benader een existentiële crisis. “Kan dat wel? Mag ik wel doorgaan? Dit schaadt toch de mens?” Het voelt niet goed en de verwarring houdt even aan. Maar dan besluit ik, dat ik toch echt een mens van vlees en bloed ben. Ik verschuil me achter de verontschuldiging: “Ik doe toch niets verkeerd, ik speel toch legale zetten en voltooi gewoon, volgens de regelen der kunst, mijn ontwikkeling.”
8. 0-0 Dxe4 9. Te1 Dxe3+
Een stuk met schaak slaan is meestal niet verkeerd, maar na
10. Kh1
gaat de zwartspeler toch nadenken. Hij besluit zijn dame in veiligheid te brengen.
10. .. Db6
11. Lb5++
en beseft daarna dat de partij wel degelijk verloren gaat. De zet 12. Te8# hoef ik niet meer te spelen.
Zoals ik al zei: “Het voelde niet goed”. Ik maakte me dan ook schielijk uit de voeten. Ik murmelde iets over een bestelling die wij nog bij barkeeper Etienne moesten plaatsen. Dat deed ik maar al te graag.
Na een tijdje keerde ik terug bij de borden. De ergste emoties waren weggeëbd. We vonden elkaar opnieuw en speelden zonder klok nog een partij, er resteerde immers nog volop tijd. Toen Rob zijn partij gewonnen had, verkeerden wij in een eindfase. Mijn tegenstander kende een leuke punch, de gelijkmaker zeg maar. Zij blij, wij blij. De mens was gered!
Wij kletsen nog wat over het leven aan de Australische oostkust, daar waar de zon niet ondergaat. Zomerse avonden aldaar zijn fris, en een rode zon hebben ze nog nooit in de zee zien zakken.
Aan het eind van de dag belandden we opnieuw in Café ’t Praethuys. Daar moest iedereen het horen. De belevenissen van onze eerste ronde partijen. We speelden tegen het koppel Stefan en Stefan. Ver boven onze kunnen spelend, brachten wij Stefan en Stefan aan het wankelen, zij steunden en kreunden. Uiteindelijk kwam er wel een 2-0 tevoorschijn, maar dat is natuurlijk bijzaak. Waar het om draait, we laten Rob aan het woord: “Als ik op een gegeven moment in de partij remise had aangeboden, nou, dan had Stefan het zwaar overwogen om het aan te nemen!” Zo, die zit. Het klinkt gelijk als 0-2 voor ons. En zo praatten wij ons door de avond. Deze avond van een zeer gezellige en zeer memorabele editie van het Kroeg en Lopertoernooi.
Later zullen wij deze editie, de zestiende, herinneren als de editie waarin wij de stoel van Jorden hebben afgedroogd.
Coenraad, vanuit het hart, dank voor de organisatie!
Koppel Rob en Henk.
PS: Tijdens de ALV werd de constatering gedeeld dat er meer leven in onze website mag komen. Vooral extra content is gewenst, ofwel verslaglegging van schaakactiviteiten. Nu is niet iedereen begiftigd met de schaaktechnische analyses van een eerste teamspeler. Maar wat zou het?!
Bovenstaand tref je geen schaakdiagram aan. Het is voornamelijk een sfeerimpressie, daar is niets mis mee. Bij een goede sfeer blijft de pen al snel vloeien. Maar, het mag korter.
Ik herinner me een wedstrijd van het tweede. Razend spannende partijen, telkens een dubbeltje op z’n kant, maar aan de uitslag viel dat niet af te lezen. Hoe zou de tegenstander hiervan een verslag maken? Zou er überhaupt een verslag zijn? Dat verslag was er. Het ging ongeveer als volgt: het was een prachtige dag, ze hadden er zin in, de reis verliep voorspoedig, de speellocatie was prachtig (voor de partij koffie en na de partij tapbier). Nadien werd in goede harmonie met het team gezellig gegeten, en, o ja, tussendoor werd ook nog geschaakt, uitslag: 9.5 – 0.5 verlies. Niets, maar dan ook niets over de schaakpartijen. Het sfeerverslag was fantastisch, en alle clubleden zagen hierin een correcte weergave van de wedstrijd.
Mooie sfeerimpressie Henk!
“het mag korter”, maar het hoeft natuurlijk niet 🙂
Prachtig verslag Henk! Hulde.