De mythe van Sisyphos
Een van de bekendste verhalen uit de Griekse mythologie is de mythe van Sisyphos. Het gaat over de koning van Korinth die als straf voor zijn misdaden is veroordeeld om een zwaar rotsblok een berg op te duwen. Juist op het moment dat hij dicht bij de top komt kan hij het echter niet meer bolwerken en rolt de rotsblok weer naar beneden. Sisyphos mag opnieuw beginnen, zonder ooit kans te maken om de rots helemaal naar boven te duwen.
De wedstrijd van LSG 1 tegen SISSA was op het papier niet zo’n zware klimpartij: gezien een elovoorsprong van 114 punten per bord leek het meer op een rustige strandwandeling. Maar elopunten winnen geen partijen. Het ging dan ook onverwacht zwaar, en er moesten alle zeilen bijgezet worden om niet kansloos eraf te gaan. Juist op het moment dat de top weer in de buurt kwam en een 5-5 binnen bereik was, ging het helaas mis. Een niet meer verwachte nul moest getekend worden, en de rotsblok flikkerde in razend tempo naar beneden. 4,5-5,5 voor SISSA, waardoor LSG 1 definitief in de degradatiestrijd terecht is gekomen.
De wedstrijd begon om 13u; echter waren twee spelers van SISSA, Nick Maatman en Koen Lambrechts, i.v.m. problemen met de trein te laat. De arbiter kondigde aan dat de klokken pas na hun aankomst aangezet zouden worden. Hierover twee principiële overwegingen:
1. De KNSB hanteert hier geen uniform beleid. Ik heb in de afgelopen jaren drie soortgelijke gevallen meegemaakt: in een geval (Picard-Beukema) werd een uur (!) gewacht, in twee andere gevallen (Sprenger-Richter en Sprenger-Burg) werd de klok gewoon aangezet. Er moeten duidelijke criteria zijn wat wel en wat niet als overmacht telt. In de competitiegids heb ik hier niets over kunnen vinden. Het is echter een 100 pagina document, dus misschien heb ik iets over het hoofd gezien.
2. Het wachten op de tegenstander zonder aanzetten van de klok is een vrij uniek verschijnsel van de Nederlandse competitie. Het is sowieso erg vervelend om op het begin van de partij te moeten wachten. Vele profs beschouwen dit ook als een psychologisch nadeel omdat je niet weet of en wanneer de tegenstander komt. Als je dan niet eens compensatie op de klok krijgt, lijkt me iets verkeerd te gaan. De arbiter kan moeilijk verifiëren of er sprake van overmacht is of de vertraagde speler onvoldoende buffer heeft ingepland. Bij twijfel dient de niet-overtredende partij beschermd te worden, en dat is de speler die wél op tijd is verschenen.
Ik ben geen vriend van zero tolerance, maar er zijn nog een aantal andere punten die aandacht verdienen. De vertraagde speler kan zich in principe tijdens de reis nog even voorbereiden, hetgeen zijn tegenstander in de toernooizaal niet kan doen. Verder is het vreemd dat zich de tijdnoodfase op sommige borden een half uur later voordoet dan bij de rest, met de mogelijkheid tot daarop gebaseerde tactische beslissingen.
Ik wil deze kanttekeningen niet aan de uitslag van de wedstrijd verbinden, want de spelers van SISSA hebben het uitstekend gedaan en uiteindelijk verdiend gewonnen. Maar de KNSB hoort meer aandacht aan haar regelment en haar arbiters te schenken, des te meer omdat de klokken na 20-30 minuten wél aangezet werden. Dit lijkt me op zijn minst inconsistent.
Bij het eten na de wedstrijd voerden we het volgende gesprek:
JS: Wie gaat eigenlijk over het competitieregelement?
Mark van der Werf (KNSB-bestuurslid): Dat doet de bondsraad.
JS: En dat zijn…?
Ervaren LSGer: Ongeveer 30 mensen. Vooral 70-plussers die schaken op een erg recreatieve manier beleven.
JS: Dat betekent…?
Ervaren LSGer: Dat zij het normaal vinden om het mobieltje tijdens de partij aan te laten staan. Mensen willen immers sportresultaten checken!
JS: …!!! (na een pauze) 30 mensen lijkt me veel. Ik zie dat men in dit land niet van het Jürgen-Kohlstädt-Führerprinzip houdt.
Captain Wim: Klopt! Bij ons moet namelijk voor alles een uitgebreid overleg plaatsvinden.
JS: Bestaat er geen technische commissie met mensen die verstand van zaken hebben? Spelers, captains, arbiters en bondsfunctionarissen bij elkaar?
Een andere ervaren LSGer: Nee. Ooit werden er door een aantal teamcaptains een paar verstandige voorstellen tot verandering van het reglement gemaakt. Deze werden in de bondsraad van tafel geveegd omdat het de gezelligheid van het spel zou verminderen.
JS: …!!!
Ja, het is gezellig in Nederland. Maar inconsistent beleid, slecht opgeleide arbiters en ontoereikende spelvoorwaarden (met groeten naar Voerendaal, Hilversum en voorheen ook Rotterdam) zijn een bron van ergernis en bevorderen de gezelligheid niet.
Afijn, er werd ook geschaakt. Stefan van Blitterswijk was als eerste klaar. In een iets mindere stelling zonder perspectieven krijg hij een remiseaanbod van zijn tegenstander Paul ten Vergert dat hij uiteraard aannam.
Dit leek een meevaller, des te meer omdat Edwin van Haastert tegen de vedette van SISSA, Jorden van Foreest, erg veelbelovend stond. Helaas liet hij zich tot een mataanval verleiden die beter leek dan hij was. Jorden counterde sterk en de nul was een feit. 0,5-1,5.
Ook aan de andere borden was het niet duidelijk waar de punten vandaan moesten komen. Michiel Bosman stond tegen Nikolas Lubbe beter, maar verbruikte veel tijd, en na een paar onnauwkeurige zetten was hij opeens tot verdediging veroordeeld. Jan-Willem de Jong miste tegen Floris van Assendelft meerdere kansen op groot voordee/winst, en opeens stond een remise eindspel op het bord. 1-2. Jan-Willems tegenstander heeft de kritieke fase van de partij geannoteerd:
Analyse Jan-Willem de Jong–Floris van Assendelft (door Floris van Assendelft)
Eelke Wiersma en Arthur Pijpers stonden weliswaar beter, maar of het zou winnen was moeilijk te zien. De andere spelers van SISSA hielden tegen de elo-zwaargewichten van LSG prima stand, en sommigen waren zelfs op de weg naar een winst. Een nederlaag leek onvoorkombaar te zijn, des te meer omdat Predrag Nikolic tegen Nick Maatman de rode draad kwijtraakte en voor een nul moest tekenen. Dit was natuurlijk allerminst ingepland. Een prachtig succes voor Predrags jeugdige tegenstander die een erg strakke pot speelde.
Analyse Predrag Nikolic–Nick Maatman (door Nick Maatman)
LSG gaf zich echter nog niet gewonnen en probeerde dapper te voorkomen dat de rotsblok helemaal naar het dal zou rollen. Arthur Pijpers en Eelke Wiersma wonnen hun partijen, en ook mijn tegenstander, de Duitse vrouweninternational Melanie Ohme, ging in tijdnood de mist in:
Daarmee stond het na de tijdnood 4-3 voor LSG, maar op de resterende borden zag het niet goed uit. Michiel Bosman zou een lastig eindspel met T+L tegen T+P waarschijnlijk verliezen, de stelling van Rudy van Wessel was chaotisch, maar leek beter voor zijn tegenstander, en Mark van der Werf stond totaal verloren tegen Renze Rietveld. Gelukkig liet Renze hem ontsnappen en was de stelling opeens comfortabel voor Mark. Een 5-5 leek binnen bereik. Met het oog op de onzekere situatie in Rudys partij besloot Mark echter om de zetten niet te herhalen en nog wat te proberen… en toen gebeurde het. De zwarte toren van Mark slaat een pion op e4, Wit speelt Lc2, en zwart is een kwaliteit kwijt omdat zijn koning op h7 staat. Argh. 1-0 en 4-4 in totaal. Met verbijstering zagen we hoe de rotsblok onweerstaanbaar naar beneden donderde.
Omdat ook Michiel verlor moesten we nu op een blunder aan bord 1 hopen (Lucas van Foreest-Rudy van Wessel), maar de witspeler nam geen risico’s en gaf eeuwig schaak. Dit was het eind van een uitermate spannende en enerverende partij, en daarmee ook van de wedstrijd.
Opmerkelijk was hier trouwens het partijformulier, waarop Lucas van Foreest zijn tegenstander als “Willy” (zonder achternaam) noteerde. Onkunde of gebrek aan omgangsvormen?
Hoe dan ook, na deze nederlaag kijkt LSG tegen een zware strijd voor handhaving aan. Gezien het resterende programma wordt dit geen pretje. De volgende tegenstander is Groningen, die deze keer met de grootmeesters Tiviakov, Ernst, Brandenburg en Werle kwamen opdagen. Dan mogen we opnieuw sisyphos-werk verrichten—maar hopelijk met een gunstigere uitslag.
De overige partijen:
Een mooi verslag.
En een terechte klacht. Met betrekking tot het niet aanzetten van de klok door de arbiter vind ik in het KNSB-competitiereglement de volgende artikelen:
19.1. Alle partijen moeten gelijktijdig worden gespeeld.
23.2. Op het in onderling overleg vastgestelde aanvangstijdstip (bij voorkeur 13.00 uur), welk tijdstip niet later dan 14.00 uur mag zijn, moeten de klokken aan alle borden op gang worden gebracht. (…)
28.1. De verzuimtijd is 60 minuten na het (tenminste 25 uur van te voren) vastgestelde aanvangstijdstip.
De regels zijn dus duidelijk, maar de uitvoering was niet conform de regels. Waarom de wedstrijdleider heeft besloten om hiervan af te wijken is mij een raadsel.
Over het beroep op overmacht bij het te laat komen, bestaat wel de nodige jurisprudentie. Zie hiervoor de website van de schaakbond. Dit zijn echter altijd zeer ingewikkelde afwegingen, waarbij wordt getoetst of de spelers op tijd zijn vertrokken met voldoende marge, of er daadwerkelijk en aantoonbaar sprake was van overmacht, of er mogelijkerwijs ook andere vervoersmogelijkheden waren nadat men was gestrand, etc. Het is moeilijk voor te stellen dat de wedstrijdleider deze afweging ter plaatse heeft kunnen doen.
Het gegeven dat acht van de tien spelers wel op tijd waren, werpt bovendien de vraag op waarom die spelers dan niet werden getroffen door de overmacht.
Ik weet niet precies waar het probleem ligt: bij de reglementen of bij de uitleg door scheidsrechters? Zo las ik dat een arbiter eiste dat een schaker in tijdnood (minder dan 5 minuten) weliswaar niet de zetten hoefde te noteren, maar wel streepjes moest zetten, wat natuurlijk de stress verhoogt. De arbiter had ongelijk, maar het bevestigt wel dat de regels inderdaad verschillend worden uitgelegd.
Hallo Jan, een mooi verslag van een waarschijnlijk onverwachte nederlaag.
mbt te laat komen: http://www.schaakbond.nl/wedstrijdschaak/knsb-competitie/richtlijn-overmacht
Hier is (lastig te vinden, niet onder regelementen, wel onder knsb-competitie maar dan helemaal links in het menu) informatie over overmacht.
Volgens planning 40 minuten voor aanvang aanwezig lijkt mij te vallen onder deze regeling.
@Eric: 2 spelers (waaronder ikzelf) zijn per trein uit Groningen vertrokken. Dat krijg je met zo’n jong team.
Koen, dat is een interessante toevoeging! Wat de formele betekenis is van deze richtlijn blijft voor mij een beetje onduidelijk, aangezien hij niet is opgenomen in het competitiereglement, en ook niet voorzien is van een datum e.d. Misschien zijn er nog wel meer richtlijnen verborgen op de website, waar wij niet van weten…
De richtlijn noemt trouwens 30 minuten, en niet 40 minuten, als marge voorafgaande aan het officiële aanvangstijdstip.
In elk geval conflicteert de uitspraak van de KNSB-competitieleider op 30 november 2011, in de zaak Unitas 2 – Utrecht 2, met deze richtlijn. Wellicht is deze richtlijn pas opgesteld ná die datum, maar dat weet ik dus niet.
De wedstrijdleider bij LSG-SISSA handelde kennelijk enigszins in overeenstemming met deze richtlijn, onwetende van het bestaan ervan. Niet helemaal, want dan had hij volledige tijdscompensatie moeten toepassen en niet slechts een half uur.
—
De richtlijn zelf – die vind ik vreemd. Enerzijds wordt gesproken over “zeer uitzonderlijke omstandigheden”. Anderzijds blijkt een treinvertraging 30 minuutjes op een lang traject als Groningen – Leiden al zo’n zeer uitzonderlijke omstandigheid te zijn.
Daarnaast blijven bij deze richtlijn de bezwaren bestaan die door Jan in zijn verslag al zijn omschreven: de partijen lopen qua tijd ongelijk, er is sprake van een (psychologisch) nadeel voor de wachtende speler, enz.
Via google search “Uitspraak inzake Unitas 2 – Utrecht 2” komt men terecht bij een zeer vergelijkbare zaak uit 2011, waarin de beslissing van de competitieleider nauwkeurig is vastgelegd.
Ook daar was een speler te laat na een treinstoring, waarna hij zich beriep op overmacht. De toenmalige wedstrijdleider had de klok echter gewoon om 13.00 gestart. Door het treinongeval liep de speler anderhalf uur vertraging op. Hij kwam na 14.00 in de speelzaal, maar toen was de partij reeds voor hem verloren verklaard. Tegen deze beslissing had hij vervolgens protest aangetekend.
Dat protest werd door de competitieleider echter verworpen, met als argument dat de speler niet voldoende marge had opgenomen in zijn reisplan.
Opmerkelijk is ook de volgende vaststelling van de competitieleider destijds (m.b.t. het starten van de klok om 13.00 uur):
“Allereerst over het besluit van de arbiter. Zijn besluit is correct. Hij is niet in de gelegenheid om te controleren of de aard van de vertraging waar is, het is bovendien ook niet zijn taak.”
Verder valt op dat de competitieleider daadwerkelijk bij de NS heeft gecontroleerd of en waar er vertraging ontstond e.d. Hieruit kun je concluderen dat een dergelijk beroep op overmacht zeer serieus wordt onderzocht.
Naar mijn mening had de wedstrijdleider bij LSG – SISSA de klokken gewoon om 13.00 uur moeten starten. Indien de spelers van SISSA dan nog vóór 14.00 waren gearriveerd, dan hadden zij de partij kunnen spelen met minder tijd op de klok. Indien zij ná 14.00 uur waren verschenen, dan zouden hun partijen verloren moeten zijn verklaard.
Los hiervan hadden de spelers van SISSA zich dan vervolgens kunnen beroepen op overmacht voor het te laat verschijnen. De competitieleider had dan achteraf alles kunnen onderzoeken en afwegen. Eventueel had hij dan, indien hij was overtuigd van overmacht, kunnen besluiten de partijen over te spelen of iets dergelijks.
Deze werkwijze valt m.i. niet onder de noemer “zero tolerance”. Er is door de KNSB namelijk al een zogenaamde verzuimtijd van 60 minuten vastgesteld. Men kan dus, in onvoorziene gevallen, nog steeds te laat komen, zonder dat dit direct consequenties heeft voor de partij.
Uiteraard begint men in dat geval met minder tijd op de klok. De tolerantie van 60 minuten, oftewel ca. 20% van de totale speelduur, vind ik zelfs royaal.
Zie ook:
http://www.schaakbond.nl/wedstrijdschaak/knsb-competitie/beslissingen/2011-2012/uitspraak-inzake-unitas-2-2013-utrecht-2
De vorige thuiswedstrijd hadden twee spelers van HMC en onze Jan ook last van een draadbreuk tussen Rotterdam en Den Haag en waren te laat maar daar werden de klokken gewoon aangezet. Dus ik was zelf ook in verwarring: waarom daar wel en afgelopen zaterdag niet?
Eens met je analyse dat een wedstrijdleider vaak ook niet weet wat hij ermee aan moet. Ter illustratie, onze arbiter zei: “we wachten met de klok aanzetten tot ze binnen zijn en overmacht laat ik ter beoordeling over aan de KNSB.” Maar als je begint met een afwijkend tijdstip ga je denk ik daarmee akkoord en kan je niet nog achteraf protesteren omdat dat gokken op twee paarden is. Daar weten we bij LSG alles van.
Vervolgens hebben we (tl Groningen, wl en ik) vlak na aanvang het reglement erbij gepakt en kwamen we ook niet verder dan de teksten uit je eerdere post. Daarom is Koos Stolk gebeld en die heeft gezegd dat er van overmacht sprake was. Er was immers ook een team uit Groningen onderweg naar Rotterdam voor een meesterklasse wedstrijd. Nu kun je je afvragen of de noodzakelijke marge in acht genomen is, je mag het immers niet op de laatst mogelijke verbinding per OV aan laten komen. Maar als je uit Groningen komt, ga je niet nog eens ruim een uur marge inbouwen lijkt mij.
Verdere info:
– Een deel van het team was per auto en ander deel per OV. Dus niet iedereen per OV.
– Ik hoorde toevallig van Lambrechts dat hij niet wist tegen wie hij moest dus zich niet tussentijd nog even voorbereid heeft. Maar goed, het gaat om het principe van eerlijke kansen en niet benadelen van speler die er niets aan kan doen zoals Jan al zegt.
Verder heeft de wedstrijdleider als soort compensatie besloten om de klok van de resterende twee borden om half twee aan te zetten zodat ook spelers van LSG zich op een aanvangstijd kunnen instellen.
Voor mij blijft het echter onduidelijk wat de beleidslijn nu is bij vertragingen. Beetje polderen en dan komen we er wel uit? Prima, maar wat als iemand op zijn strepen gaat staan? Of moeten we steeds rond aanvangstijd Koos Stolk bellen en hem een salomonsoordeel laten vellen!?
Verder kan het, zoals uit het verslag van Jan blijkt, wellicht geen kwaad als de KNSB eens over de grens gaat kijken hoe e.e.a. geregeld is. Sommige landen zijn daar gewoon beter in dan Nederland!
Wim, de beleidslijn is volgens mij eenvoudig:
1. De klokken worden allemaal om 13.00 gestart.
2. Eventuele protesten, bezwaren, beroepen en wat dies meer zij worden achteraf beoordeeld door de competitieleider (de heer Bleeker).
Dan is de beleidslijn dus niet gevolgd. Het valt mij trouwens op dat alle reglementen/protesten gaan over verlies van de partij door meer dan uur te laat arriveren. Over compensatie bij arriveren binnen uur na aanvang lees ik niets.
Verder wel handig om te weten dat Jan bij thuiswedstrijden altijd de klos is als hij meer dan een uur vertraging vanuit Tilburg heeft. 😉