De B van Beter
De nieuwe opzet van de KNSB en de onderbonden bevalt wel. Meer spelers schaken op zaterdag en meer spelers schaken (veelal) doordeweeks voor de onderbondteams. De ene (KNSB) is breder geworden, de andere (Onderbond) sterker. In de eerste ronde troffen LSG A en LSG B elkaar. Eerstgenoemde speelde uit en kreeg dus de consumptiebon. Het werd een zeer geflatteerde overwinning voor LSG B: 5,5 – 2,5. Het had als wat meer het meegezeten voor The A Team ook omgekeerd kunnen zijn.
Er was enige spanning in de speelzaal merkbaar. Zo’n strijd tussen clubgenoten op het echte toneel brengt een extra dimensie. Meer grapjes vooraf. Semi-serieuze opmerkingen over de voorbereiding, de opstellingen en de tactiek. Omdat de teams op papier gemiddeld even sterk waren, leek het in ieder geval Team B verstandig gewoon ‘normaal’ te gaan zitten. Op een stoel, rug recht, gezicht naar het bord.
Het eerste kritische moment van de avond was bij Van Haastert – Straver.
In deze stelling kwam wit met de ingenieuze zet 1 d4 en zwart kon er niet veel tegenin brengen: 1-0. Niet veel later trok Binnendijk de stand gelijk. Salomons had met creatief spel enig voordeel met zwart opgebouwd maar een ongelukkige damezet en zeer ongelukkige loperzet gaf Daan een gouden kans. Hij kan zo in elk stap 2 boekje:
Na de 1-1 deed ik een rondje langs de borden en kwam tot de conclusie dat een ruime of een kleine zege voor LSG A het meest realistisch was. Opvallend was wel dat veel borden in brand stonden. Voordeel daarvan is dat een plotselinge omwenteling kan voorkomen. Wat precies de volgorde was, heb ik even gemist maar in een klein half uurtje ging LSGB van een mogelijke nederlaag naar een glorieuze, grootste overwinning.
Hellenberg-Gevers was zo’n partij. De zwartspeler stond erg goed (“plus 2”) maar doorslaan deed het niet en opeens had Hellenberg een straal gewonnen pionneneindspel op het bord. Op bord 1 keek Mark continu tegen stukken aan die zijn koning kwamen bezoeken. Pijpers, die recent nog zijn 3de GM-norm kon aantikken, miste een enkele winnende zet en toen hij eeuwig schaak uit te weg ging, was het zwart die gewonnen stond. Een aardig fragment uit hun partij:
In plaats van 22. Dh5 had Arthur direct 22. Pe4 moeten doen. Bijna plus 3 voor wit zegt de engine dan. Niet dat ik u kan uitleggen waarom dat zo is, maar je gaat het zien als je het op het bord zet en een paar zetten doet.
Op bord 2 en 6 kwamen de resultaten ook min of meer tegelijk binnen. Mol overwoog op enig moment een remise-aanbod maar de penibele situatie op diverse borden maakte dat hij door moest spelen. Achteraf gaf tegenstander Kindt aan dat hij het sowieso niet had aangenomen. Winnaars hebben achteraf altijd gelijk. Rondom de koning van Mol leken de witte velden met magneten te zijn uitgerust voor de stalen zware stukken van Kindt. Het was erg ingewikkeld allemaal maar de matcombinatie van Kindt was fraai.
Van Ketel en Kuipers vochten een theoretisch duel uit. Wit kreeg een prettig overwicht en op zet 22 volgde er een kritisch moment:
In plaats van 22. … Pa6 schreeuwde de stelling om 22. Pe6 =. Met een paard ver van de verdediging verwijderd was het voor Van Ketel prettiger spelen. De notatie ging overigens maar tot zet 24. Een euvel wat bij meer partijen voorkomt. Door het speeltempo missen de meeste partijen zo’n 15-20% van de notatie.
Van de Bossen, wiens naam wij ditmaal zeer goed gecontroleerd hebben, en Van der Scheer maakten er een mooi spektakelstuk van. Een dubieuze openingsopzet van wit leverde wit een prettige plus op. Totdat in het middenspel beide spelers voor andermans koning gingen. Zwart nam het initiatief over en kwam huizenhoog gewonnen te staan. Mede door tijdnood miste wit zelfs toen het volkomen hopeloos leek een zeer onverwachte eeuwig schaak wending. Daarna maakte Van der Scheer het eenvoudig uit. De buit was definitief binnen voor LSG B.
Als laatsten waren Geertsma en Tolenaar bezig. Toen ze een ingewikkeld toreneindspel op het bord kregen en allebei nog pakweg 4 minuten en 53 secondes hadden gingen ze spelen alsof ze bullit chess online deden. Het gevolg was dat 41% van de notatie ontbrak, een aantal mensen spontaan begonnen de huilen van sommige zetten in het eindspel maar het publiek zeer vermaakt werd door al het spektakel. De uitslag was remise, waarmee Geertsma zich tekort deed.
Na afloop hield het grappen maken niet op. De twee spelers van LSG A die wel wisten te winnen kregen te horen “dat als ze zo doorgaan dat ze volgend jaar misschien ook wel in B mogen”.
(Met medewerking van onze redacteur Robert Straver)
Leuk en snel verslag van deze topper in de Hoofdklasse van de sterkste regionale competitie van Nederland! Gefeliciteerd met de overwinning, mannen!
De voorzitter van de LeiSB is slecht geinformeerd. In Amsterdam vegen ze de vloer aan met de Leidse teams. Alleen die onderbonden die niet al op zaterdag speelden zijn serieus sterker geworden. Tijd om een gecombineerde competitie met de HSB op te zetten.
Doelt Ja op de hoofdklasse van de SGA? Dan houdt ja wel van overdrijven maar dat is Amsterdammers niet vreemd: ik vind het verschil in sterkte niet zo groot. Laat er eerst maar eens een Amsterdamse ploeg in de meesterklasse komen voordat ze weer praatjes krijgen. Ik deel wel zijn mening dat de fusie met de Haagse schaakbond er maar eens snel van moet komen.
Ik heb het vervolg van mijn partij tegen Eelco aangevuld. Doordat we slechts 10 seconden increment kregen hebben we vanaf zet 24 niet meer genoteerd. Werkelijke oorzaak van dit euvel, al zo vroeg in de partij, was natuurlijk dat we toen beiden al 95 minuten gebruikt hadden!
Er doen interessante spelers mee aan de Leidse competitie, niet alleen van LSG. Leuk ook om te zien dat Voorschoten en LSG de jeugd een kans geven om zich op een hoog niveau te meten!
Er is uitgebreid contact geweest met de Haagse om in ieder geval de competities samen te voegen maar daar was vanuit de HSB geen interesse in. Wellicht komend seizoen nieuwe kansen, JA/NEE!?
Ik zie in de SGA maar 1 team met gemiddeld 2100+. Dat LSG dit niet heeft komt doordat we de spelers over twee teams verdeeld hebben. Overigens, over sterke Amsterdamse clubs gesproken, heeft Philidor niet onlangs de sterkste club uit Amsterdam verslagen?
Zucht. De vraag was niet of LSG een sterk team kon/kan opstellen, maar op de LeiSB de sterkste competitie heeft. Het antwoord lijkt mij ook zonder rekenmachine duidelijk.
Ik zie maar 1 oplossing: een massakamp LeiSB – SGA op 100 borden (dus 200 schakers). Beide bonden zijn vrij wie ze meenemen, zo lang ze maar lid zijn van die bond. Locatie: Leiden. Indicatie periode: mei 2019. Ik ben wel bereid om te helpen bij organisatie