LSG B verslaat Oegstgeest A
Na het verlies tegen Voorschoten was het zaak tegen Oegstgeest niets weg te geven. Dat is gelukt. De enige die iets weggaf was de playing captain en schrijver van dit stukje. Hoelang is hij nog ‘playing’, verzuchtte Raoul. Dat hangt af van de captain, antwoordde de captain.
De laatsten zulllen de eersten zijn. Dit gezegde is vaak van toepassing op Alexander Polak. Hij kwam pas binnen toen iedereen behalve Linda vier zetten had gedaan maar was als eerste klaar. Zijn tegenstander speelde een versnelde Draak, die uitmondde in de hoofdvariant. Hier koos hij het bekende (en weerlegde) plan Pa5xb3 ipv Pe5-c4. Dit witte aanval sloeg binnen 20 zetten door na Lh6, h4-h5 etc.
Folkert kwam na de Scandinavische opening met zwart enigszins gedrukt te staan. Een pionoffer werd terecht door hem geweigerd. Toen de tegenstander meende zich een wachtzet te kunnen veroorloven
kon hij eenvoudig naar een totaal gelijkstaand eindspel afwikkelen.
Albert speelde een vreemde Benoni met zwart. Hij deed iets onhandigs waardoor hij al snel dames moest ruilen: een doodzonde voor iemand als Albert. In een gecompliceerd middenspel deed wit het onnauwkeurig en gaf een kwaliteit weg.
Jan had geen grip op het zwarte spel, hetgeen hem niet verhinderde een D te winnen tegen T+L. Maar de stelling was moeilijk (niet voor Stockfish die het twintig zetten verder +3 vond) en toen hij een belangrijke pion weggaf gingen zwarts lopers en torens als messen door de witte stelling heen.
Jeroen speelde met zwart tegen het London systeem. Wit rommelde op de damevleugel. Zwart rommelde op de koningsvleugel. Wit kwam in tijdnood en gaf een stuk weg waarna het snel afgelopen was.
Linda (zie partij) stelde de overwinning veilig en heeft haar eigen stukje geschreven:
Mijn partij met Stockfish analyse. Mijn tegenstander kwam 20 minuten later. Dat is best veel bedenktijd in een partij van slechts 1 uur en 15 min. 26% zoveel vrije tijd kom ik niet vaak tegen in een schaakpartij. Deze extra tijd heb ik benut in het bekijken van de openingen van de andere borden, uitkijken naar een glimp van Alexander en vinden van de kantine (bijkeukentje). Op zet 5 koos ik voor een zijvariant. Ik was vergeten wat ik speel na 5.Pc3, Lb4 ging of 5.., Pf6. Nu lag het initiatief bij zwart vanaf de opening. Zwart koos voor een pionnen aanval met 11…,h5 en 14…,g5 ipv veilige optie 11…., 0-0. De zwarte koning bleek toch een zwakte in het centrum na 14…, g5. Helaas heb ik xg5 te snel verworpen. Ik dacht dat zwart snel h4-h3 kon spelen. Echter wit is sneller met g6 en Lxf5! (zie analyse)
I.p.v. 21…, c5 mist zwart f5! met afwikkeling naar een eindspel met pion meer. Met minder dan 5 min koos ik voor complicatie met 22. Lc6+ en 23. Df6+. Veel spelers vinden de omschakeling van aanvallen naar verdedigen zeker in tijdnood lastig. Zo ook mijn tegenstander. Hij koos voor de snel veilige opties 24…., Le6?! (…,Tb6 dekt Ld6 en dreigt Le7 en de torenswitch van de b lijn naar de h lijn) en 25 …, Tg6?! (…, Tb6 verhindert) . Echter gaf mij dan weer extra tijd voor extra aanvallers erbij te halen en na het gemiste 25. La6+ alsnog op zet 26. La6+ te kunnen doen.
Dxe5 is vragen om problemen, maar de bluf werkte goed uit in tijdnood van mijn tegenstander. Een verkeerde koningszet werd afgestraft met een mooie slotcombinatie. Een kwaliteitsoffer en daarna een torenoffer volgde met winst van de zwarte dame en de partij.
Mark kreeg tegen Fred Slingerland in een Maroczy snel groot voordeel. Fred verdedigde zich hardnekkig en forceerde dameruil. Toch bleef Mark in het voordeel, maar uiteindelijk koos hij een te voorzichtige voortzetting, waarna een eindspel met ongelijke lopers ontstond. Dat bleek ondanks twee pluspionnen geen enkele winstkans te bieden.
Net als Linda heeft Raoul (zie partij) een eigen stukje gekregen. Niet omdat hij zo fraai heeft gewonnen maar omdat ik te lui ben om zijn ik-vorm tekst te herschrijven:
Net als vorig seizoen speelde ik met zwart tegen Gert Michiel. Nu is het zo dat ik met zwart altijd Frans speel op 1.e4 en Nimzo/Dame Indisch op 1.d4. Gert Michiel speelt altijd 1.d4, maar tegen 1….e6 gaat hij met 2.e4 over naar het Frans. Zo kon het gebeuren dat we vorig jaar nog Frans op het bord hadden en nu een Dame Indisch.
Gert Michiel had wit en kan dus in feite bepalen wat we op het bord zouden krijgen. Maar dan moet hij wel 1.e4 openen, wat hij nooit doet. Ik had me voorgenomen om 1….Pf6 te spelen om hem niet alsnog de keuze te geven. En dus werd het Dame Indisch met 4.a3. Hierin kreeg ik al snel comfortabel gelijkspel, maar ook niet meer dan dat.
In een poging om er toch iets meer van te maken besloot ik de c-lijn te openen en met Dc3 zijn stelling binnen te dringen. Kort daarop ging ik een zetherhaling uit de weg, maar in feite had ik nog steeds weinig. Pas toen Gert te passief verder ging, kreeg ik duidelijk voordeel, maar het lukte mij niet om iets concreets te vinden.
In opkomende tijdnood liet ik plotseling Tb7 toe met aanval op Dame a7 en een Paard op d7. Even dacht ik dat ik een stuk had weggegeven, maar er waren verschillende reddingen. Deze hadden hooguit tot gelijkspel moeten leiden, mijn voordeel was weg. Ik koos er één, waar Gert op zijn beurt niet goed op reageerde. Als ik in het vervolg alle torens op het bord had gehouden, kan ik nog steeds op winst spelen, maar nu met ieder slechts één toren en ongelijke lopers, was de muziek uit de stelling. Ik heb het nog even geprobeerd, maar remise was onvermijdelijk.
Geef een reactie